Quantcast
Channel: Kloptdatwel?
Viewing all 179 articles
Browse latest View live

Klagen bij de Reclame Code Commissie

$
0
0

reclamecodecommissielogoHomeopaten mogen geloven in de heilzame kracht van hun hoogverdunde brouwsels, acupuncturisten dat je een zwangerschap kunt bevorderen door naalden in het vrouwenlichaam te steken en chiropractoren dat ze oorontstekingen kunnen wegkraken. Het uitvoeren van behandelingen of het aanbieden van therapieën waarvoor geen enkel bewijs bestaat, en die soms zelfs ronduit absurd zijn, is in beginsel niet verboden. Maar wie reclame maakt en dus zijn behandelingen, therapieën, kuren of apparaten aanprijst, moet zich houden aan de Nederlandse en Europese reclameregels, in het bijzonder de Nederlandse Reclame Code. Die regels beogen te voorkomen dat de consument misleid wordt.

Burgers en organisaties die problemen hebben met reclames kunnen hun klacht neerleggen bij de Reclame Code Commissie (RCC). De RCC heeft het afgelopen jaar onder meer een chiropractor die gouden bergen beloofde, bioresonantietherapeuten met een raar apparaat en een medisch centrum dat suggereerde dat met een traditionele Chinese behandeling een vliegramp voorkomen had kunnen worden op de vingers getikt vanwege hun onverantwoorde reclame-uitingen. Ook artsen moeten zich soms bij de RCC verantwoorden, zoals Roy Martina aan den lijve ondervond. Een alternatieve behandelaar kan in reclames niet zomaar alles roepen, maar er moeten wel mensen bereid zijn een klacht in te dienen. Gebrek aan kennis over wat de RCC allemaal (niet) kan en (niet) doet, of over hoe de procedure bij de RCC verloopt en wat van een klager verwacht wordt, kan voor potentiële klagers een drempel opwerpen om in actie te komen. En dat is zonde. Daarom wordt hieronder het een en ander op een rijtje gezet, voor wie zijn of haar steentje bij wil dragen of anderszins geïnteresseerd is.

Vooraf: goed om te weten


1: Zelfregulering Show>

2: Geschilbeslechting Show>

Een klacht indienen


3: Wat is reclame? Show>

4: Wat staat er in de Nederlandse Reclame Code (NRC)? Show>

5: Hoe dien ik een klacht in? Show>

6: Klacht onderbouwen Show>

7: Advertentie bewaren Show>

8: Zijn er kosten verbonden aan het indienen van een klacht? Show>

9: Kan ik anoniem klagen? Show>

De procedure


10: Voorzittersbeslissingen Show>

11: Re- en dupliek Show>

12: Een zitting Show>

13: De uitspraak Show>

14: Bezwaar en beroep Show>

Heeft u hulp nodig bij het indienen van een klacht over misleidende gezondheidsclaims? Dan kunt u via Skepsis in contact komen met een ervaringsdeskundige.

Verder lezen:


Over Jurriaan Kamp: wereldverbetering als verdienmodel

$
0
0
Cees Renckens schrijft columns voor Kloptdatwel. Van 1988 tot 2011 was hij voorzitter van de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Foto: Klaas Jaarsma

Cees Renckens schrijft columns voor Kloptdatwel. Van 1988 tot 2011 was hij voorzitter van de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Foto: Klaas Jaarsma

Een oud Chinees spreekwoord zegt, dat als je maar lang genoeg aan de oever van de rivier blijft zitten dat er dan altijd een moment komt, dat je het lijk van je vijand voorbij ziet drijven. Hoewel ik Jurriaan Kamp (1959, Haarlem) altijd meer als een bron van ergernis heb gezien dan als vijand, toch moest ik aan dit spreekwoord denken toen er in Villamedia een diepgravend artikel van onderzoeksjournalist Miro Lucassen verscheen over de malversaties en miljoenenschuld die de wereldverbeteraar op zijn geweten blijkt te hebben.

Op kosten van zijn zakenpartners heeft de aan de Amerikaanse westkust levende uitgever/journalist via het blad Ode in de loop van twintig jaar acht miljoen euro aan verliezen opgebouwd, in de stellige overtuiging dat het goede doel dit meer dan waard is. Of dacht hij vooral aan zichzelf? Het hieronder volgende relaas over Kamp en Ode is vrijwel volledig gebaseerd op Lucassen’s lange artikel op de website van Villamedia. [1]

Ode, de kroniek van de onderstroom

Kamp was redacteur economie bij NRC Handelsblad toen hij als 31-jarige genoeg kreeg van al het negatieve nieuws dat zijn krant dagelijks verspreidde en hij slaagde erin met zijn visioenen van een betere wereld geld te lenen van een aantal rijke ondernemers en filantropen, zoals daar zijn boedelbak-oprichter Wiet de Bruin, City Koerier-baas Jaap Mulders, mister Fabeltjeskrant Thijs Chanowski, tv-presentatrice Alice Oppenheim, astroloog Peter Delahay en de puissant rijke soft ware ondernemer Eckart Wintzen. Vanaf 1991 komt deze club af en toe bijeen en in 1995 was er voldoende startkapitaal en verschijnt de eerste editie van Ode, de kroniek van de onderstroom. De eerste jaren zijn er natuurlijk verliezen en in 2001 slaagde Kamp er in een bedrag van 193.000 euro te lenen bij het Bedrijfsfonds voor de Pers, een succesje dat hij in 2011 nog eens wist te herhalen. Het blad bevatte vooral verhalen over spiritualiteit, ethiek in het bedrijfsleven, optimisme en alternatieve geneeskunde. Met grote regelmaat liet het blad op volstrekt kritiekloze wijze medische warhoofden uit de alternatieve hoek aan het woord. Het standpunt van hoofdredacteur Kamp luidde aldus: ‘In grote delen van de wereld is de belangstelling voor alternatieve en complementaire therapieën, die vooral een rustiger en gematigder leven voorstaan, sterk groeiende’. In een aantal Westerse landen komt het zelfs voor dat er meer interesse bestaat voor deze vorm van genezen dan voor de reguliere geneeskunde, aldus Kamp.

Aidsontkenner

Cover van Ode met het 'Aids bestaat niet' artikel van Jurriaan Kamp (afb. via Koninklijke Bibliotheek)

Cover van Ode met het 'Aids bestaat niet' artikel van Jurriaan Kamp (afb. via Koninklijke Bibliotheek)

In het julinummer uit 1999 publiceerde Kamp zelf een artikel met als kop ‘Aids bestaat niet’.[2] Hij schrijft: “Aids wordt niet veroorzaakt door een virus. Aids is niet seksueel overdraagbaar. Aids is een gevolg van een totale uitputting van het immuunsysteem.” Vijftien pagina’s lang betoogt hij dat de relatie tussen hiv en aids niet is aangetoond, met aan het slot: ‘Het enige succesvolle antwoord op aids tot nog toe is: extra zorg voor het immuunsysteem. Ofwel: gezond leven.’

In 2004 werd Kamp genomineerd voor de Meester Kackadorisprijs. [3] De nominatie voor diezelfde prijs, die NRC Handelsblad in 2012 opliep, was mede te danken aan het feit dat sinds 2010 de Ode elk kwartaal werd meegestuurd met de NRC en daarmee – in de woorden van de jury – de intelligentie van de NRC-lezers ernstig beledigde.

In november 2011 prijkte in het blad een verhaal over biofotonen en kwam de geschifte Johan Boswinkel aan het woord, die een therapie aanbiedt, geheel gebaseerd op de onbewezen theorie over biofotonen. Het artikel bevatte wederom de bij Ode geliefde retoriek over‘ de onmachtige geneeskunde’, over Boswinkels' genezingspercentage van 80%' en 'de duizenden mensen die van hun kwaal zijn af geholpen’.

Amerikaans avontuur

Uit de accountantsverklaringen en jaarstukken blijkt dat het van 2001 tot 2006 zakelijk helemaal niet slecht gaat met tijdschrift Ode in Nederland. Het aantal lezers stijgt, en dat geldt ook voor het aantal ‘echte’ abonnees van het maandblad. Er wordt een bescheiden winst gemaakt en langzaam maar zeker lijkt de uitgeverij de aanloopverliezen goed te maken. Dat zal echter nooit gebeuren. Integendeel, de schuldenlast neemt alleen maar toe, mede als resultaat van Kamp’s megalomane entree op de Amerikaanse markt en zijn aankoop van de vertalingsrechten op het Britse tijdschrift What doctor’s don’t tell you, dat hij in Nederland op de markt brengt als Medisch Dossier, een blad dat vooral waarschuwt voor de gevaren van vaccinaties en de consumptie van supplementen aanprijst.
In 2002 steeg de verspreide oplage boven de 20.000, waarvan 12.602 abonnees de volle mep betalen en de rest van kortingen genoot. Eind 2005 zijn dat er 14.343, vergelijkbaar met de wekelijks verschijnende De Groene Amsterdammer. Zelf verhuisde Kamp in 2004 naar Californië om een Amerikaans avontuur van de grond te krijgen. Hij was enthousiast geraakt op het World Social Forum in Brazilië in januari 2003, waar Ode een eenmalige Engelstalige editie presenteerde. De ontvangst smaakte naar meer en de uitgever voorspelde: tegen bescheiden vertaalkosten kan ik een veel grotere markt aanboren. Bij een volgende presentatie in New York, begin 2004, schreeuwt Kamp van de daken dat Ode nu een wereldwijde oplage van 100.000 exemplaren heeft.

Ode verandert in The Optimist, kwakzalverij onderdeel van de inhoud

Ode verandert in The Optimist, kwakzalverij blijft onderdeel uitmaken van de inhoud

Het Nederlandse Ode ging in die tijd tien keer per jaar verschijnen en teakhoutbeleggingsfonds Goodwood (people, planet, profit) garandeerde de afname van duizenden exemplaren. Inhoudelijk werd het blad steeds oninteressanter want vrijwel alle stukken waren vertalingen vanuit het Engels en de auteurs van de stukken waren in ons land vrijwel onbekend. Terwijl er zakelijk enorme bedrijvigheid ontstond met een wirwar van BV’s, een deelname van Kamp’s echtgenote Hélène de Puy, een verplaatsing van de licentie (in bezit van Kamp) naar Luxemburg en de oprichting van meerdere Amerikaanse bedrijven, veranderde Kamp in 2013 de naam van het tijdschrift van Ode in The Optimist.
Kamp en zijn gezin leefde intussen op grote voet in Californië, in een bungalow met zwembad nabij San Francisco, en dat terwijl de schuldenlast van de uitgeverij alsmaar toenam. Hijzelf verdiende een hoog salaris, maar medewerkers kregen hun loon steeds later uitbetaald, soms pas een half jaar na de geleverde prestatie, en ook de verplichte aflossing bij het Bedrijfsfonds voor de Pers werd gestaakt. Een bevredigende verklaring daarvoor gaf Kamp het fonds niet. Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan verliest Ode International intussen in hoog tempo harde dollars.

In 2014 laat Kamp op een Ode-bijeenkomst nog een jonge Kennedy-telg naar Rotterdam overkomen, maar de belangstelling voor zijn toespraak over ‘ethisch verantwoord zakendoen op een schone planeet’ is gering en de opkomst is minimaal. Alweer een verliespost voor de geplaagde idealist. Goochelend met herstructureringen lukt het Kamp om in de VS nog enkele tonnen schuld af te schudden, maar voldoende bleek dat niet te zijn. In ons land mislukte een vergelijkbare demarche en over uitgeverij Ode Nederland wordt op 18 maart 2014 het faillissement uitgesproken. De afwikkeling ervan komt in handen van de door de rechtbank benoemde curator C. van den Bergh uit Rotterdam. Hij treft een leeggehaalde BV aan; alle relevante bezittingen, de abonneegegevens en kantoormaterialen, zijn immers al overgedaan aan The Optimist. Kamp heeft op kosten van zijn zakenpartners een schuld van 8 miljoen opgebouwd, maar na betaling van de procedurekosten en de Belastingdienst bleef er geen cent over voor een honderdtal aandeelhouders en negentien andere schuldeisers, onder wie freelance journalisten, fotografen, illustratoren en vertalers. Verkoop van het abonneebestand had lucratief kunnen zijn, want dat zou voor andere zingevingstitels als Happinez, Gezondheidsnieuws of Onkruid  een begeerlijke prooi zijn geweest. Maar ook dat bestand was al verkocht aan al weer een BV. Natuurlijk wel een onderneming op naam van Kamp, de Luxemburgse S.à.r.l. Ode International Publishers. Die beheert thans de licentie op de titel van het tijdschrift.

Pluut

In de zomer van 2015 kregen de Nederlandse lezers van The Optimist de boodschap dat zij het blad voortaan in het Engels zouden ontvangen. De aantrekkingskracht ervan zou gering zijn en alsnog een zachte dood voorspellen voor The Optimist leek toen geen gewaagde prognose. Maar, nee: de omstreden Wassenaarse zakenman/fondsenwerver Ronald Pluut, die een vermogen opbouwde met nep-goede doelen, kon zijn favoriete blad niet missen en legde geld op tafel.[4] Soort zoekt soort.
Eind december ontvingen de abonnees in Nederland alsnog een herfstnummer in de eigen taal, met de belofte dat het winternummer daar snel op zal volgen. Hoe Pluut en uitgever/hoofdredacteur Jurriaan Kamp dit zakelijk hebben geregeld houden ze voor zichzelf,  Lucassen kwam er niet achter. Uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel blijkt dat Pluut de zakelijke controle heeft over de Nederlandse editie, terwijl Kamp eind 2014 aan andere investeerders nog een aandeel in toekomstige winsten beloofde. Wie het gelooft, die mag het zeggen

1. Ode: Een ideaal dat dobbert op miljoenenschuld, Miro Lucassen, Villmedia 2015. (Je kunt gratis een login voor een maand  aanvragen en zo het artikel dat achter een slotje staat helemaal lezen.)

2. Aids bestaat niet, Jurriaan Kamp, Ode 1999.

3. Genomineerden voor de Meester Kackadorisprijs 2004, VtdK 2004.

4. Brein achter dubieus netwerk van goede doelen ontmaskerd, Renckens, Kloptdatwel 2013.

 

Een rukje aan je nek

$
0
0
De nekwervels (Anatomography; CC BY-SA 2.1 jp).

De nekwervels (Anatomography; CC BY-SA 2.1 jp).

Het manipuleren van de nek door een manueel therapeut, chiropractor of osteopaat is niet zonder risico's. Het kan leiden tot scheuren in de wervelslagaders (arteriae vertebrales), ook wel dissecties genoemd. Hoe groot dit risico is, is bij gebrek aan betrouwbare cijfers nauwelijks in te schatten. In oktober vorig jaar heeft het Gerechtshof Amsterdam in de zaak van een patiënte tegen een manueel therapeut vastgesteld dat er een causaal verband bestaat tussen de (aanzet tot een) nekmanipulatie die zij heeft ondergaan en de dissectie die daarna is ontstaan en die haar gedeeltelijk arbeidsongeschikt heeft gemaakt. De behandeling vond in 2005 plaats, en ook toen gold volgens het hof al dat de manueel therapeut zijn patiënte had moeten informeren over de potentiële risico's van het manipuleren van de nek.

Casus

De patiënte in deze casus had haar nek tweemaal verdraaid en had sindsdien last van nek en hoofd. Via de huisarts kwam ze bij een fysiotherapeut, die een behandeling toepaste die bestond uit zachte massage. Deze behandeling was niet succesvol. De patiënte kreeg er hoofdpijn bij en kwam in april 2005 in de wachtruimte van het medisch centrum een manueel therapeut tegen die zij privé al kende. Daaruit kwam een afspraak voort. De manueel therapeut heeft aan haar nek gevoeld en aangegeven dat hij "fricties/rektechnieken" toe zou kunnen passen. Ik citeer nu even het hof:

"Hij heeft voorts gezegd hoe deze technieken zouden worden verricht, namelijk met bewoordingen als: "Ik ga een rukje aan je nek geven". [geïntimeerde] heeft daarop gereageerd met woorden als: "Nee, dat vind ik eng, dat wil ik niet", waarop [appellant 1] zei: "Niet bang zijn, ik gebruik de zachte methode."

[appellant 1] is vervolgens – met toestemming van [geïntimeerde] – begonnen met de voorbereiding van de voorgenomen (korte snelheids)manipulatie, die zou bestaan uit het geven van een rukje aan de nek in verband met een op C0/C1-niveau gevonden beperking. De voorbereiding bestond uit het aanleggen van een tractie, inhoudende dat het hoofd in lateroflexie wordt gehouden waarbij de nek op spanning wordt gebracht en de zogenaamde eindstand wordt opgezocht."

Eigenlijk kwam het in dit geval niet eens tot het beloofde rukje, want bij het aanleggen van de manipulatie ging het al helemaal mis. Bij de patiënte was sprake van een sterke lichamelijke reactie bestaande uit "zweten, duizeligheid, misselijkheid, oorsuizen, tintelingen in de handen, slikproblemen en niet meer kunnen lopen". De manueel therapeut stopte direct met behandelen en riep een huisarts erbij. Die oordeelde na onderzoek dat de patiënte naar huis kon. Daar ging het al snel slechter. De vrouw moest per ambulance naar het ziekenhuis gebracht worden, waar de neuroloog meerdere herseninfarcten als gevolg van een scheur in de wervelslagader vaststelde. Een lang revalidatietraject volgde, maar de patiënte bleef gedeeltelijk arbeidsongeschikt.

De pijlen wijzen naar de rechter wervelslagader. Zie hoe deze een scherpe knik maakt bij de laatste wervel (bovenste pijl) (bron: Häggström, Mikael. "Medical gallery of Mikael Häggström 2014". Wikiversity Journal of Medicine 1 (2)).

De pijlen wijzen naar de rechter wervelslagader. Zie hoe deze een scherpe knik maakt bij de laatste wervel (bovenste pijl) (bron: Häggström, Mikael. "Medical gallery of Mikael Häggström 2014". Wikiversity Journal of Medicine 1 (2)).

Rechtszaak

De patiënte stelde de manueel therapeut in april 2007 aansprakelijk voor de door haar geleden en nog te lijden schade. Partijen kwamen overeen twee medisch deskundigen te benoemen, een fysiotherapeut/manueel therapeut en een neuroloog. Deze brachten in september 2008 en november 2009 hun rapporten uit. De rechtszaak werd een moeizame, slepende affaire, waarin pas op 18 december 2013 een tussenvonnis van de rechtbank werd geveld. Partijen waren het over veel zaken oneens, en aangezien er maar twee personen lijfelijk bij het drama van het aanleggen van de manipulatie aanwezig waren, is het voor een rechter lastig vast te stellen wie nu gelijk heeft. Belangrijk is wel dat de rechtbank in haar tussenvonnis aannam dat het causaal verband tussen (het aanleggen van) de manipulatie en de dissectie van de wervelslagader was aangetoond. Bovendien had de manueel therapeut nagelaten zijn patiënte te informeren over de risico's van nekmanipulaties, terwijl hij dat wel had moeten doen. Ten slotte achtte de rechtbank, behoudens tegenbewijs van de zijde van de manueel therapeut, bewezen dat de vrouw van de behandeling zou hebben afgezien als zij op de hoogte was gesteld van de risico's.

Het civiele procesrecht biedt vaak de mogelijkheid tegen tussenvonnissen hoger beroep in te stellen, en ook dit draagt bij aan een verlenging van de procesduur. In dit geval ging de manueel therapeut samen met zijn verzekeraar in hoger beroep (zogenaamd "principaal appel"), waarna ook de patiënte nog de nodige grieven tegen het rechtbankvonnis aanvoerde (zogenaamd "incidenteel appel"). Het hof verwerpt echter alle grieven en bekrachtigt het vonnis van de rechtbank. Let wel: het tussenvonnis. De zaak gaat nu weer verder bij de rechtbank.

Het hof stelt net als de rechtbank vast dat de patiënte niet geïnformeerd was over het risico op een dissectie. Bij de beantwoording van de vraag of dit wel had gemoeten, sluit het hof net als de rechtbank aan bij een rapportage van een van de deskundigen:

"Uit de gezamenlijke rapportages van De Wijer volgt dat ten tijde van het onderhavige voorval in 2005 het risico op dissectie van de arterie vertebralis als gevolg van een nekmanipulatie in de beroepsgroep genoegzaam bekend was. De Wijer maakt melding van een proefschrift van prof. dr. R. Oostendorp, dat tot nationale en internationale discussie binnen de beroepsgroep heeft geleid, alsmede tot een groot aantal publicaties. Hoewel geen betrouwbare wetenschappelijke gegevens beschikbaar zijn over het exacte percentage, staat vast dat dit risico bijzonder klein is. Daarentegen is de ernst van de (mogelijke) gevolgen in geval van verwezenlijking van die kans bijzonder groot, terwijl ook goede alternatieven voorhanden waren. In de beroepsgroep werd dan ook reeds geruime tijd bepleit dat de patiënt over dit risico geïnformeerd moet worden, zo blijkt uit de rapportage van De Wijer."

Genoegzame bekendheid, zeer ernstige gevolgen en goede alternatieven staan hier tegenover een volgens de rapportage bijzonder klein risico. Of dat risico echt zo klein is, weten we eigenlijk niet. Zoals oud-hoogleraar complementaire geneeskunde Edzard Ernst recentelijk nog betoogde: er wordt eigenlijk niet systematisch gemonitord. Er is daarnaast vrijwel zeker sprake van onderrapportage en de gevolgen van een dissectie kunnen ook pas veel later aan de oppervlakte komen, waarna niemand meer een verband legt met de nekmanipulatie die eerder heeft plaatsgevonden. Terwijl dat verband er uiteraard wel is.

Het hof wijst er verder op dat al in 2004 aan de beroepsbeoefenaren is gecommuniceerd dat een dissectie naar schatting ergens tussen de 1 op 20.000 en 1 op 1.000.000 manipulaties voorkomt. Het laatste mag je misschien een bijzonder kleine kans noemen, maar het eerste toch bepaald niet, zeker niet als je aanneemt dat daarin geen rekening is gehouden met onderrapportage. Zelfs een klein risico wordt onaanvaardbaar als de voordelen van een behandeling niet opwegen tegen potentiële nadelen. En het bewijs voor de effectiviteit van manipulatie bij bijvoorbeeld nekpijn is niet zo vreselijk sterk, aldus een recente Cochrane review. Tegenover enige steun voor de effectiviteit van nekmanipulatie (of mobilisatie) stelt die dat "results for cervical manipulation and mobilisation versus control are few and diverse. Publication bias cannot be ruled out." Uiteraard worden ook de "rare but serious adverse events" genoemd en is er - u raadt het al - nog veel meer "high-quality research" nodig.

De manueel therapeut had nog aan de hand van het rapport van een neurochirurg aangevoerd dat pas in 2013 een beroepsnorm voor "hoog cervicale manipulaties" is vastgesteld. Deze is ook op Kloptdatwel? besproken. Maar daar wil het hof niets van weten, onder meer omdat deze neurochirurg zich ten onrechte alleen baseerde op het ontbreken van richtlijnen en protocollen. Ook bij het ontbreken daarvan kan volgens het hof een informatieverplichting bestaan en die bestond in dit geval dus ook.

Slot

Ook het hof neemt aan dat het causaal verband tussen (het aanleggen van) de nekmanipulatie en de dissectie "genoegzaam is komen vast te staan" (r.o. 3.13). De manueel therapeut had nog betoogd dat het ook een spontane dissectie kon zijn, maar dat argument veegt het hof van tafel omdat een van de deskundigen had gesteld dat die kans "verwaarloosbaar klein" was. De zaak moet nu weer voortgezet worden bij de rechtbank, die een definitief oordeel moet geven over de vraag of de patiënte, indien zij juist geïnformeerd was, van de behandeling zou hebben afgezien. De rechtbank had voorshands aangenomen dat de patiënte dat inderdaad zou hebben gedaan, maar de manueel therapeut mag tegenbewijs proberen te leveren. Dat lijkt een vrijwel onmogelijke opgave, alleen al gelet op de vaststaande eerdere reactie van de patiënte, "Nee, dat vind ik eng, dat wil ik niet"... Dan laat zich raden hoe ze gereageerd zou hebben als haar was verteld dat de behandeling een risico op dissecties en herseninfarcten met zich meebrengt.

Met de uitspraak van het hof zijn partijen nog maar een klein stapje dichter bij een einduitspraak in deze zaak die al sinds 2005 speelt en nog zich nog best een paar jaar voort kan slepen.

Stichting Skepsis en Vereniging tegen de Kwakzalverij op de Gezondheidsbeurs

$
0
0

Vanaf morgen tot en met zondag vindt de Nationale Gezondheidsbeurs weer plaats in Utrecht. Dit jaar zijn Stichting Skepsis en de Vereniging tegen de Kwakzalverij ook als standhouder aanwezig. 

nationalegezondheidsbeursDe Nationale Gezondheidsbeurs is een commerciële beurs, waar eigenlijk iedereen die stelt iets met gezondheid van doen te hebben een stand kan huren. Bij de editie van 2014 liet een kritische beschouwing van de standhouders zien, dat ook nogal wat zorgverleners en verkopers uit de alternatieve hoek de weg naar de beursvloer gevonden hebben. Ik schreef daarover 'De Nationale Gezondheidsbeurs Survival Guide'.
Leden van de werkgroepen van Skepsis bezochten de beurs in 2014 en 2015 en concludeerden dat het aandeel kwakzalverij en andere nonsens toch wel behoorlijk fors was te noemen.
Ergens ontstond het idee om zelf eens als exposant deel te nemen om ook op die manier tegenwicht te kunnen bieden aan de misinformatie van de talloze kraamhouders die onzin verspreiden over alternatieve therapieën, maar bijvoorbeeld ook over 'vitaal water' en de vermeende gevaren van straling van telefoons.

Onder het motto "Wij geloven niet, wij onderzoeken!" zijn vrijwilligers van Skepsis en de Vereniging tegen de Kwakzalverij alle vier de beursdagen aanwezig en beschikbaar voor het beantwoorden van vragen van beursbezoekers. De stand staat bij het thema 'Medisch & Zorg'.

De Nationale Gezondheidsbeurs 2016 vindt plaats van 11 t/m 14 februari in de Jaarbeurs Utrecht.

Databank uitspraken Reclame Code Commissie

$
0
0

reclamecodecommissielogoWie wil klagen over misleidende reclame kan bij de Reclame Code Commissie (RCC) terecht. Al eerder is stap voor stap aangegeven hoe dat in z'n werk gaat. Bij het indienen van een klacht kan het helpen om, indien mogelijk, te verwijzen naar eerdere uitspraken van de RCC over soortgelijke reclame-uitingen. De RCC heeft namelijk al vele advertenties en andere reclames beoordeeld over absurde therapieën, rare apparaten, dubieuze behandelingen en onzinnige kuren. Alle RCC-uitspraken vanaf 2007 zijn op de website van de RCC te vinden. De gebruikte zoekmachine is echter niet altijd even gebruiksvriendelijk. Daarom is hier op Kloptdatwel? een databank gemaakt met diverse voor skeptici relevante uitspraken, netjes gesorteerd op onderwerp. Doorgaans is de therapie of het apparaat het onderwerp, maar een enkele keer wordt de aandoening die men claimt te kunnen genezen genoemd (bijv. KANKER of PIJN). Sommige uitspraken staan onder meerdere onderwerpen vermeld.

Bij iedere in deze databank opgenomen uitspraak wordt eerst een samenvatting van de bestreden reclame-uiting gegeven. Daarna wordt aangeven wat de 'uitslag' van de zaak was en wordt de uitspraak samengevat. Eventueel volgt daarna nog extra informatie, zoals links naar relevante artikelen of een kort commentaar. Ook worden waar mogelijk links gegeven naar de databank Rare Apparaten van Roeland Heeck.

Voor de goede orde: veel van de tekst in deze databank is gewoon overgenomen uit de uitspraken van de RCC zelf. De databank bevat dus weinig origineel werk, maar beoogt het vele werk van de RCC overzichtelijk te maken. De databank kan niet alleen helpen bij het indienen van nieuwe klachten, maar ook bij de skeptische voorlichting over onderwerpen die reeds bij de RCC aan de orde zijn geweest. Uiteraard is dit allemaal work in progress; er worden in de toekomst nog meer uitspraken toegevoegd en suggesties voor toevoegingen zijn altijd welkom.

ACUPUNCTUUR/TRADITIONELE CHINESE GENEESKUNDE Show>
AFSLANKEN Show>
ALCACHOFA DE LAON Show>
BEMER Show>
BIOSTABIL Show>
CHIROPRAXIE Show>
DETOXEN Show>
ECHINACEA Show>
ENERGETISCHE METINGEN EN BEHANDELINGEN (O.A. BIORESONANTIE) Show>
E-NUMMERS Show>
KANKER Show>
KRULLAARDS PERFECT RESET Show>
MAGNEETTHERAPIE Show>
MIRACLE MINERAL SUPPLEMENT (MMS) Show>
PIJN Show>
SEKSUALITEIT Show>
STOPPEN MET ROKEN Show>
STRALINGSANGST Show>
VACUÜMTHERAPIE Show>

Over de IARC classificatie van glyfosaat als 'waarschijnlijk kankerverwekkend'

$
0
0

Woensdagavond trakteerde tv-programma Zembla de kijker weer eens op een onvervalst stukje bangmaakvermaak. De schurk van dienst: glyfosaat, beter bekend onder de naam RoundUp - u weet wel, het 'waarschijnlijk kankerverwekkende' goedje van Monsanto. En dan kwam er vandaag ook nog eens het huiveringwekkende nieuws dat het spul in Duitse biertjes is aangetroffen! Aaargh, we gaan allemaal dood! Alweer.

Natuurlijk, dat 'waarschijnlijk kankerverwekkend' klinkt heel eng, maar dat slaat alleen maar op de classificatie 2A van de IARC. In dat specifieke verdomhoekje zit sinds kort ook rood vlees. En als je beroep kapper is, hoor je er ook in. Er zijn natuurlijk betere categorieën, zoals 2B ('mogelijk kankerverwekkend'), waarin koffie, ingemaakte groente en telefoonstraling zitten. Maar ook de slechtere categorie 1 ('kankerverwekkend'), waarin bijvoorbeeld alcohol zit. Hé wacht ... alcohol? Dat zit toch ook in bier ...

Nou ja, het is wel duidelijk dat die indeling in categorieën van de IARC niet alles zegt. Iets met verschil tussen risk en hazard. Bij glyfosaat is het zelfs maar de vraag of de indeling wel klopt. De Europese instanties volgen het negatieve oordeel van het wetenschappelijke onderzoeksbureau voor risicoanalyses van Duitsland, BfR.
In onderstaande video bekijkt Myles Power samen met zijn 'League of Nerds'-collega James gedetailleerd naar de wetenschappelijke onderbouwing voor de indeling in categorie 2A door het IARC. Hun kritiek is ook niet mals.

PS aan het begin zitten een paar verwijzingen naar een eerdere versie van deze video, waarin de heren nogal vaak het woord 'glyphosate' verhaspelden tot iets als 'glyphosphate'. Daarop kwam blijkbaar zoveel kritiek dat ze 'm maar overgemaakt hebben.

Links:

Reclame voor Bachbloesems in strijd met de wet

$
0
0

bachflesjesEdward Bach (1886-1936) meende dat mensen ziek konden worden van negatieve gemoedstoestanden. Gelukkig kon de goede dokter daar wat aan doen. Naar eigen zeggen dan, want de door Bach ontwikkelde remedies op basis van bloemen - Bachbloesems - hebben veel weg van homeopathie. Er zit niets in en het werkt ook niet. Toch zijn Bachbloesems nog erg populair en producenten maken er graag reclame voor. Dat mag echter niet zomaar, aldus recentelijk de voorzitter van de Reclame Code Commissie.

Meer over de merkwaardige ideeën van Edward Bach is te vinden in dit artikel van Richard Monvoisin uit de Skepter, waarin ook het bereidingsproces wordt uitgelegd. De Encyclopedie der pseudo-wetenschappen zegt er het volgende over:

"De Bach-preparaten worden als volgt bereid. De bloemen dienen in volle bloei op een zonnige wolkenloze dag 's ochtends voor negen uur geplukt te worden. Ze worden vervolgens in een schaal bronwater in de volle zon gelegd tot ze verwelken, en de geneeskracht dus in het water trekt. De bloemen worden dan verwijderd en het bronwater wordt in een verhouding van 1 op 480 met cognac vermengd. Het zo ontstane medicijn wordt druppelsgewijs ingenomen met wat water, analoog aan aromatherapie. Voor de toepassing dient de patiënt eerst een diepgaand gesprek met de therapeut te hebben, en zich ook met de gedachten van Bach vertrouwd te maken. Voor niets van dit alles bestaat enige wetenschappelijke fundering."

Maar ongefundeerd of niet, de Bachbloesems zijn nog altijd populair. Bijvoorbeeld bij voormalig winnaressen van de Miss Nederlandverkiezing. Zij mochten in september vorig jaar in het Algemeen Dagblad tips geven om de verkiezing te winnen. Een goede tip was om geen Ritalin tegen te spanning te nemen. Een minder geslaagde tip was het alternatief dat ze voorstelden: "Bloesemdruppels voor onder je tong. Rustgevend én homeopatisch."

Het klopt geen van beide. De druppels doen uit zichzelf niets en ze zijn strikt genomen ook niet homeopathisch. Thaler e.a. onderzochten in 2009 de effectiviteit van Bachbloesem-remedies bij psychologische problemen en pijn. Ze vonden ofwel überhaupt geen onderzoeken ofwel onderzoeken die geen effectiviteit boven placebo aantoonden. Een jaar later publiceerde Edzard Ernst een systematische keuring, die ook niets opleverde, behalve dan de duidelijke conclusie dat "the most reliable clinical trials do not show any differences between flower remedies and placebos". Einde verhaal voor de Bachbloesems dus, althans vanuit wetenschappelijk perspectief.

Maar een adverteerder dacht daar heel anders over. In een advertentie in de gratis krant Metro schreef hij ter aanprijzing van zijn handelswaar:

“Bachbloesems helpen bij uiteenlopende klachten als angst, stress, faalangst, neerslachtigheid, verdriet, laag zelfbeeld, etc. Daarnaast helpen ze ook goed bij slaapproblemen, adhd, stoppen met roken, afslanken, menopauze…”

Klanten hoefden slechts € 28,95 af te tikken voor een flesje van dit prachtige product. Nogal prijzig voor een flesje placebo, en reden genoeg de Reclame Code Commissie eens te vragen wat zij van deze ongefundeerde aanprijzingen vond.

De zaak was kennelijk eenvoudig genoeg om zonder zitting door de voorzitter van de Reclame Code Commissie afgedaan te worden. Hij bleek bovendien bereid nog enige spoed te betrachten, aangezien de Metro-bijlage met de advertentie ook tijdens de Nationale Gezondheidsbeurs van 11 t/m 14 februari 2016 zou worden verspreid. De voorzitter oordeelde als volgt:

"In de uiting worden diverse situaties opgesomd waarin het aangeprezen product ‘helpt’, namelijk bij angst, stress, faalangst, neerslachtigheid verdriet, laag zelfbeeld, slaapproblemen, ADHD, stoppen met roken, afslanken en menopauze. Klager maakt vooral bezwaar tegen de mededeling dat het product helpt bij ADHD, dat volgens hem een ziekte in de zin van de Geneesmiddelenwet is. Adverteerder heeft de stelling van klager dat ADHD als ziekte kan worden gekwalificeerd onvoldoende weersproken. In de uiting wordt verder de indruk gewekt dat het aangeprezen product bij ADHD een effectieve werking heeft (“helpt”). Deze werking kan worden opgevat als een werking die gelijk is aan een geneesmiddel. De gemiddelde consument zal kunnen menen dat bij ADHD in plaats van een door een arts voorgeschreven geneesmiddel ook het aangeprezen product kan worden gebruikt omdat het ‘helpt’. Dit laatste zal, mede gelet op de context van de uiting waarin wordt gesproken over “therapie” en waarbij het aangeprezen product wordt omschreven als een “recept”, door de consument worden opgevat in de zin dat het product in dergelijke gevallen ‘geneest’. De voorzitter onderschrijft op grond van het voorgaande het oordeel van de Keuringsraad KOAG/KAG dat het aangeprezen product in de uiting in feite als geneesmiddel wordt gepositioneerd. Het product zal op grond van het voorgaande ook in die zin door de gemiddelde consument worden opgevat en dient volgens het aandieningscriterium te worden aangemerkt als geneesmiddel in de zin van artikel 1 aanhef en onder b Geneesmiddelenwet."

Voor dit 'geneesmiddel' is natuurlijk geen handelsvergunning verleend, en reclame voor dergelijke geneesmiddelen is ingevolge de Geneesmiddelenwet verboden. Daarmee was deze advertentie in strijd met de wet. De voorzitter achtte het na dit oordeel niet meer nodig nog te beoordelen of de reclame-uiting ook misleidend was. Dat is wel jammer, want 'laag zelfbeeld', 'roken' en 'overgewicht' zijn natuurlijk niet per definitie ziekten. Het was mooi geweest als de voorzitter tevens had geoordeeld dat de reclame vanwege het totaal ontbreken van bewijs van werkzaamheid van de Bachbloesems ook misleidend en daarmee oneerlijk was. Hij volstond echter met de verklaring dat sprake was van strijd met de wet, en daarmee met de Nederlandse Reclame Code en de Code Publieksreclame voor Geneesmiddelen.

School mag docent die bijklust als homeopaat kort houden

$
0
0

methode-homeopathique-smallEen school in het Drentse Hoogeveen wilde paal en perk stellen aan de nevenactiviteiten van een van haar docenten. Die bleek namelijk bij te klussen als klassiek homeopaat. In het verleden waren de nodige privileges aan hem toegekend, zodat hij soms ook onder schooltijd met zijn nevenactiviteiten bezig kon zijn. De directeur legde de docent een verbod op en dat hield glansrijk stand bij de rechter.

De docent was al sinds 1992 bij de school werkzaam. Zijn aanstelling betrof laatstelijk 0,8846 fte, dus heel omvangrijk kan zijn homeopathische praktijk niet zijn. Kennelijk bestond er binnen de school aanvankelijk wel een zekere sympathie voor. Zo was al in een vroeg stadium met hem afgesproken dat hij nooit op woensdag les hoefde te geven. In 2006 werden nog wat extra privileges toegekend. De docent mocht voor zijn activiteiten als homeopaat in dringende gevallen telefonisch overleg voeren onder lestijd en bovendien in uitzonderingsgevallen en na overleg zijn lessen van die dag annuleren. Leerlingen van de school mocht hij in principe slechts behandelen na overleg met en toestemming van minstens een van de ouders (NB. een kind kan vanaf zestien jaar zelfstandig een geneeskundige behandelingsovereenkomst aangaan). In 2012 werd alles nog eens schriftelijk bevestigd.

Kennelijk wist de directeur al die tijd van niets, en toen die er in 2013 achter kwam, werden de afspraken als onaanvaardbaar bestempeld en ingetrokken. De docent kreeg een verbod om zijn werk als klassiek homeopaat te verrichten binnen de gebouwen en op de terreinen van de school. Ook mocht hij niet langer zijn lessen onderbreken of annuleren als zijn nevenactiviteiten daarom vroegen. Ten slotte werd het hem verboden leerlingen van de school ook buiten de school om te behandelen.

De docent ging in beroep, maar verloor de zaak bij de rechtbank. Ook de Centrale Raad van Beroep gaf hem nul op het rekest. De school mocht oordelen dat deze betaalde nevenactiviteiten in strijd waren met de belangen van de school en daarbij bovendien terugkomen op eerder gemaakte afspraken. De Centrale Raad stelt onder meer:

"Zoals ook de rechtbank heeft gedaan, onderschrijft de Raad de afwegingen die het bestuur in het bestreden besluit heeft gemaakt. Gezien de afhankelijkheidsrelatie tussen een leraar en een leerling is het ongewenst dat een leraar ook nog een rol als klassiek homeopathisch behandelaar van leerlingen heeft. Bovendien veroorzaakt het bieden van betaalde behandelingen aan leerlingen een ongewenste belangenverstrengeling. Evenzeer begrijpelijk is het standpunt van het bestuur dat appellant zich tijdens zijn lessen niet ook beschikbaar mag houden voor zijn nevenactiviteiten. De stelling van appellant dat er ook andere leraren zijn die hun lessen onderbreken, treft geen doel, reeds omdat hij geen concrete voorbeelden heeft genoemd van collega’s die gedurende de lessen beschikbaar blijven in verband met betaalde nevenactiviteiten. Gelet hierop heeft het bestuur in redelijkheid mogen oordelen dat het optreden van appellant als klassiek homeopathisch behandelaar op school en ook buiten school jegens leerlingen in strijd is met de belangen van de stichting. Dat betekent dat deze nevenactiviteiten van appellant niet zijn toegestaan."

Dat is duidelijke taal. Overigens zou het oordeel waarschijnlijk hetzelfde zijn uitgevallen als de docent bijkluste als - ik noem maar wat - tennisleraar, masseur of platenbaas en soortgelijke privileges had. In die zin gaat het in deze casus om nevenactiviteiten van docenten an sich en de daarbij spelende afhankelijkheidsrelatie of belangenverstrengeling, en niet specifiek om de homeopathie. Het meest opvallende is dan ook de grote ruimte die de docent aanvankelijk kennelijk kreeg om zijn homeopatenpraktijk uit te oefenen, soms zelfs tijdens de lesuren. In de uitspraak is het vak waarin de docent onderwijs geeft geanonimiseerd, dus we zullen nooit te weten komen wat hij precies doceert. Hopelijk geen natuurkunde, scheikunde of biologie.


Opereren met behulp van acupunctuur getest door Galileo

$
0
0

'Werkt prima die acupunctuur!' zegt de presentator op ironische toon. De camera laat zijn gezicht zien met daarop een grimas die zo te zien veroorzaakt wordt door pijn. In het volgende shot is de reden te zien: een arts is bezig een moedervlek weg te snijden tussen een woud van acupunctuurnaalden.

galileo-acupunctuur2-300x300Sinds kort wordt iedere dag om 19:30 op RTL5 het programma Galileo uitgezonden. In dit populair wetenschappelijk programma worden antwoorden gezocht op vragen als: Hoe overleef ik een helikoptercrash? Kun je verliefdheid opwekken? Hoe kan ik een lijk laten verdwijnen? En hoe sla je eigenlijk iemand met één tik knock-out? Deze vragen worden beantwoord door middel van proeven en experimenten in items van ongeveer 10 minuten.

Een van de vragen in de aflevering van 7 maart was: Kun je opereren zonder verdoving? De presentatoren testten dit door een tatoeage te laten zetten én een moedervlek te laten verwijderen met behulp van verdoving door acupunctuur. Om het verschil te voelen deden ze het eerst zonder en daarna met acupunctuurnaalden.

De aflevering begint helaas met een aantal dubieuze/foutieve beweringen zoals:

  • Acupunctuur wordt al 3000 jaar gebruikt - acupunctuur van voor de 20ste eeuw had meer te maken met aderlaten, doorprikken van abcessen, dichtschroeien van wonden of het maken van blaren. Het instrumentarium daarvoor leek ook nog helemaal niet op de nu gebruikte flinterdunne naaldjes. Meridianen zijn ook een redelijk recent bedenksel. Zie acupunctuur was en is astrologie.
  • Het wordt in China gebruikt voor open hartoperaties  - Acupunctuur is wel gebruikt bij hartoperaties in China, maar als je goed kijkt naar de verslagen werd er naast acupunctuur ook (lokale) verdoving gebruikt en ging het meestal om kleinere ingrepen. Zie Chinese Acupuncture For Heart Surgery Anesthesia.
  • Het wordt al duizenden jaren gebruikt dus het kan geen placebo effect zijn - Acupunctuur in deze vorm is vrij jong, en op grond van het beschikbare onderzoek moet het placebo-effect van deze theatrale naaldenprikkerij indrukwekkend genoemd worden.

Na de beeldfragmenten van het pijnlijke experiment voor de beide presentatoren is de conclusie: acupunctuur werkt niet als verdoving bij dit soort ingrepen. Hoewel een dergelijk experiment natuurlijk veel te klein is om dit wetenschappelijk vast te stellen, is dit voor de mensen die zich een beetje verdiept hebben in acupunctuur natuurlijk geen verrassing. Vrijwel het hele effect van acupunctuur wordt door het placebo-effect verklaart en daar waren deze presentatoren blijkbaar niet gevoelig voor.

'Ik had wel gehoopt dat het bij jou beter zou werken' reageert de acupuncturist Dolf Chin See Chong om vervolgens af te sluiten met 'Ik heb het wel vaker gedaan en dan lukt het wel. Maar iedere persoon is anders'.

Gelukkig is de gebruikelijke manier van verdoven bij dit soort ingrepen minder kieskeurig en dus een betere optie.

Lees meer over de geschiedenis, werkzaamheid en gevaren van acupunctuur op de sites van:

Hieronder is de aflevering terug te kijken:

Powerfoodie Rens Kroes met haar klei tegen 'negatieve straling'

$
0
0

Het advies van powerfoodie Rens Kroes om drie weken lang, twee keer per dag een glas klei te drinken zou gevaarlijk zijn volgens professor Koen Venema van de Universiteit van Maastricht. In het Algemeen Dagblad stelt hij: "bij het nuttigen van zo'n grote hoeveelheid klei bestaat de kans dat er een ernstig vitaminetekort ontstaat in het lichaam." Zou dat nu echt zoveel kwaad kunnen? Een paar schepjes klei per dag? En wat bedoelde Kroes eigenlijk met 'negatieve straling'?

Misschien dacht de hoogleraar dat het om een heel glas gevuld met klei zou gaan en niet om een paar lepeltjes die je in een groot glas water omroert. Eens lezen wat Kroes nu eigenlijk precies vertelt over het nuttigen van die klei op haar weblog. Het bewuste bericht is van een tijdje terug (juni vorig jaar), blijkbaar veroorzaakte het pas ophef nadat ze op Instagram haar 281 duizend volgers er weer eens aan herinnerde.
Ze heeft het in haar blog over een kleine eetlepel schone klei die haar moeder haar en zus Doutzen dagelijks voorzette gedurende een paar weken - 'in de periode van afnemende maan' - dat zou namelijk het beste moment zijn om te starten met detoxen (zal toen nog wel 'ontslakken' hebben geheten). In haar eigen advies heeft Kroes het over slechts een theelepel klei en ook maar over één keer per dag (waarom het AD het over tweemaal daags heeft, ontgaat me). Het is moeilijk voorstelbaar dat dit hoeveelheden zijn om je zorgen over te maken als je het hebt over gevaarlijk adsorptie van vitaminen.

Maar aan de andere kant: waarom zou het nuttig zijn? Kroes merkt daarover het volgende op:
rens-kroes-groene-leem

Schone klei heeft een geneeskrachtige werking. Het zit vol met kiezelzuur, magnesium, zwavel, mangaan, kalium, natrium en ga zo maar door. De enzymen die in de klei zitten, zorgen ervoor dat het lichaam de mineralen goed op neemt. Het neemt vuil, vocht, pus en ook negatieve straling op, onschadelijk wordt gemaakt en wordt afgevoerd. Kortom: zo’n schoon kleikuurtje maakt je lichaam schoon van binnen.

Dit is natuurlijk grotendeels een standaard detox-verhaal - onzin dus. Als je gewoon normaal eet, krijg van alles wel voldoende binnen en organen als je lever zorgen wel voor de afbraak en afvoer van stoffen die je lichaam kwijt moet - echte detox.

Een beetje oppassen moet je wel met het eten van klei, niet zozeer vanwege die adsorberende eigenschappen waarschijnlijk, maar eerder door een te hoog gehalte dioxines en zware metalen. Het RIVM heeft in 2009 een advies uitgebracht over deze voor consumptie bedoelde klei [pdf's: advies + bijlage], waaruit naar voren komt dat het voor kinderen en zwangeren niet zo slim is om het te nuttigen, maar dat het bij kort gebruik in niet te grote hoeveelheden normaal gesproken geen groot risico zou moeten opleveren (tenminste voor de specifiek voor inwendig gebruik bedoelde ontslakkingsproducten van natuurwinkels, niet de zwangerschapsklei die vooral door vrouwen met een Afrikaanse of Surinaamse achtergrond wordt gebruikt tegen ochtendmisselijkheid).

De claim over afvoer van negatieve straling vond de hoogleraar ook wel dubieus:

Zie het maagdarmkanaal als een holle pijp van mond tot kont. Daar komt weinig straling bij, het is vrij donker daarbinnen.

Ik vond alleen al de term 'negatieve straling' uiterst merkwaardig. Het leek me sterk dat het überhaupt iets met het doordringen van licht in het maagdarmkanaal van doen zou hebben volgens foodblogger Kroes, zoals Venema lijkt te denken. Maar wat zou ze er wel mee kunnen bedoelen? Straling als Wi-Fi of van mobiele telefoons, waar tegenwoordig hordes mensen bang voor zijn, leek me een voor de hand liggende mogelijkheid. Maar nee, na een beetje zoeken kwam ik tot de conclusie dat het waarschijnlijk op radioactiviteit slaat.
Kroes noemt in een reactie op haar blog een klei van producent Chi als mogelijke optie die ook geschikt zou zijn voor deze detoxkuur. En op de productpagina van dat merk klei wordt doorverwezen naar een webpagina van de Stichting Aromatherapie over groene leem. Daar staan veel claims, die Kroes deels overgenomen lijkt te hebben, waaronder deze:

  • absorbeert radio-actieve stralingen en neutraliseert daarmee hun werking (proefondervindelijk aangetoond)

Kijk, daar hebben we de straling. Het 'proefondervinderlijk aangetoond' roept iets van een wetenschappelijk publicatie, dus daar vroeg ik maar eens naar bij deze stichting. Ze berichtten dat ze het zouden nagaan. En waarempel, na ruim een week kreeg ik een mail waarin verwezen werd naar het volgende artikel:  Behavior of adenine in Na-montmorillonite exposed to gamma radiation: implications to chemical evolution studies, Guzman et al. (2002). Helaas staat het niet online op de website van het blad Cellular and Molecular Biology zelf, ook niet achter een betaalmuur. Het blad heeft niet zo'n denderende impactfactor, maar een zwik Nobelprijswinnaars in de International Board wekt toch vertrouwen dat we het hier wel met een serieus tijdschrift van doen hebben. Helaas moeten we ons dus behelpen met het abstract:

Adenine is an important compound in biological systems, such as genetic and energy utilization processes. Adenine is readily formed in prebiotic conditions. Its synthesis and stability in environmental conditions are of paramount importance in chemical evolution processes. Clay minerals might have played an important role in the early Earth. Clays are known to have a high affinity for organic compounds, and they may provide protection to adsorbed molecules against high-energy radiation. The purpose of this work is to testthese assumptions. We study the stability of adenine under irradiation, in aqueous solution and also adsorbed in a clay mineral. The recovery of adenine after a gamma irradiation was higher in the system containing clay in relation to a system without clay. Results show that adenine is readily adsorbed in the clay, and that the clay act as surface protector toward the degradation of adenine by the radiation.

Waar gaat dit dus over? Adenine is een van de vier nucleobasen die we tegenkomen in DNA en RNA, en is daarmee één van de bouwstenen van het ons bekende leven. Voordat er overal leven gebaseerd op DNA op aarde aanwezig was, moet dit soort moleculen lang genoeg stabiel zijn gebleven om uiteindelijk tot nog complexere moleculen te hebben kunnen aangroeien. En dat terwijl het ten tijde van het ontstaan van het leven toch niet zo'n prettige omgeving moet zijn geweest op de nog jonge Aarde. Onder andere ioniserende straling, afkomstig van radioactieve bronnen, kan adenine kapot maken.
Wat de onderzoekers laten zien is dat een bepaalde kleisoort mogelijk een beschermende rol gespeeld kan hebben tegen gammastraling. In ieder geval konden ze in een bestraald mengsel van adenine met klei meer intact adenine terugwinnen dan in een eveneens bestraald mengsel van adenine met alleen water. Om dit te vertalen naar de claim op de website van Stichting Aromatherapie moet je wel over een beetje soepele geest beschikken. In het abstract staat alleen dat er meer adenine intact bleef, maar niet hoeveel meer. En hoe dit zou werken met DNA (waar je misschien bang voor bent dat het beschadigt) is hieruit ook niet af te leiden.

Één ding is dus wel duidelijk: als je het inneemt zou het mogelijk alleen de rondzwemmende moleculen in je maagdarmkanaal iets beter beschermen tegen gammastraling. Maar door het adsorberen aan de klei worden die beschermde moleculen volgens Kroes waarschijnlijk juist beter afgevoerd. Fijn is dat, doe je dus al die moeite om je poep te beschermen tegen de schadelijke invloed van gammastraling, die we toch al nauwelijks om ons heen hebben.

Alleen vergoeding voor de 'vaste prik'?

$
0
0

acupunctuurWat je verder ook van acupunctuur vindt, het is natuurlijk raar als de Sociale verzekeringsbank (SVB) alleen de kosten van acupunctuur vergoedt als de acupuncturist is aangesloten bij de ene beroepsvereniging en vergoeding weigert als deze lid is van een andere. De Centrale Raad van Beroep plaatst hier terecht vraagtekens bij.

Het ging in deze zaak om een oorlogsslachtoffer aan wie op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 een vergoeding voor 52 behandelingen fysiotherapie per jaar was toegekend. Vervolgens diende deze persoon een aanvraag in voor vergoeding van de kosten van acupunctuur om zijn pijnklachten en beperkingen door littekens van brandwonden op zijn armen te laten behandelen. De SVB wees deze aanvraag af. Het staande beleid was namelijk dat alleen een vergoeding voor acupunctuurbehandelingen kon worden toegekend als de behandelaar is aangesloten bij de Nederlandse Vereniging voor Acupunctuur (NVA) of de Nederlandse Artsen Acupunctuur Vereniging (NAAV). De acupuncturist van de appellant was echter aangeschreven bij Zhong, naar eigen zeggen "sinds 1993 dé Nederlandse Vereniging voor Traditionele Chinese Geneeskunde". De SVB meende daardoor niet te kunnen vaststellen of deze acupuncturist wel 'voldoende gekwalificeerd' was.

Nu is het wat vreemd om bij een behandeling die waarschijnlijk slechts een theatraal placebo is te twijfelen aan de capaciteiten van de behandelaar. Maar het wordt nog veel vreemder als Zhong - met zo'n 850 leden - kennelijk niet voldoet als beroepsvereniging en NVA en NAAV wel. Ziektekostenverzekeraars maakt het kennelijk weinig uit: de verzekeraar van de appellant vergoedde in elk geval een deel van de behandeling van de Zhong-prikker. Die kon er blijkbaar best wel wat van. Het is dus best aannemelijk dat deze behandelaar even goed (of slecht) is als een acupuncturist van NVA- of NAAV-huize. De Centrale Raad van Beroep vond het SVB-beleid ook maar vreemd. Het besluit van de SVB werd vernietigd wegens onvoldoende motivering. De Raad overwoog onder meer:

"De bij het bestreden besluit gehandhaafde weigering de voor rekening van appellant blijvende kosten van acupunctuurbehandelingen te vergoeden is uitsluitend gebaseerd op het niet ingeschreven staan van de behandelaar bij de NVA of NAAV. Dit betreft volgens beleid van verweerder specifiek bij acupunctuur geldende betalingsvoorwaarden. Verweerder heeft echter geen enkel inzicht kunnen verschaffen in de gronden waarom Zhong niet voldoet aan de eisen die aan een beroepsvereniging als deze gesteld kunnen worden. Er is slechts verwezen naar de twee in de beleidsregel opgenomen verenigingen. De Raad acht het bestreden besluit hiermee onvoldoende gemotiveerd. Dit geldt temeer nu zorgverzekeraars acupunctuurbehandelingen van bij Zhong aangesloten behandelaars wel (gedeeltelijk) vergoeden."

De SVB moet nu binnen zes weken een nieuw en beter besluit nemen. Dat moet - gelet op deze uitspraak - toch haast wel tot toewijzing van de aanvraag leiden.

Robert De Niro achter geplande vertoning anti-vaccinatie docu op Tribeca filmfestival

$
0
0

Een verklaring op de Facebook-pagina van het Tribeca filmfestival maakt duidelijk hoe het de terecht verguisde Andrew  Wakefield gelukt is om zijn anti-vaccinatiedocumentaire Vaxxed z'n première te laten beleven op dit prestigieuze festival [zie update]. Het is de schuld van filmacteur Robert De Niro, mede-oprichter van Tribeca. Hij laat weten:

Grace and I have a child with autism and we believe it is critical that all of the issues surrounding the causes of autism be openly discussed and examined. In the 15 years since the Tribeca Film Festival was founded, I have never asked for a film to be screened or gotten involved in the programming. However this is very personal to me and my family and I want there to be a discussion, which is why we will be screening VAXXED. I am not personally endorsing the film, nor am I anti-vaccination; I am only providing the opportunity for a conversation around the issue.

Waarom er nog sprake zou moeten zijn rondom de vraag of de BMR-vaccinaties iets met het voorkomen van autisme van doen heeft, verbaast iedereen die deze onverkwikkelijke toestand gevolgd heeft. Die is voor een belangrijk deel te wijten aan de frauduleuze praktijken van de voormalig dokter Wakefield, die niet voor niets zijn titel is kwijtgeraakt en nu dus via een documentaire propagandafilm zijn gelijk probeert te halen.

Er is veel commotie op blogs, krantenwebsites en social media over deze geplande vertoning van de propagandafilm van Wakefield. Twitteraar Joe Hanson corrigeerde voor Tribeca de biografie die ze voor Wakefield op hun site hadden staan:

wakefield-tribeca-bio-corrected

Tribeca heeft inmiddels die inaccurate biografie van Wakefield van de site gehaald (vergelijk de versie van 26 maart met die van  24 maart). De vraag is wat er voor in de plaats komt.

Update 27/3/2016 0:03: soms kan het snel gaan, Tribeca heeft net laten weten dat ze er toch van af zien. Update op die Facebook mededeling:

UPDATE: 4/26/2016 Statement from Robert De Niro, co-founder of the Tribeca Film Festival, regarding VAXXED at the Festival:

“My intent in screening this film was to provide an opportunity for conversation around an issue that is deeply personal to me and my family. But after reviewing it over the past few days with the Tribeca Film Festival team and others from the scientific community, we do not believe it contributes to or furthers the discussion I had hoped for.

The Festival doesn't seek to avoid or shy away from controversy. However, we have concerns with certain things in this film that we feel prevent us from presenting it in the Festival program. We have decided to remove it from our schedule.”

 

Reclame voor homeopathische griepvaccinatie mag niet. Natuurlijk niet.

$
0
0

homeopathie-pillen400x267De jaarlijkse griepprik is soms een beetje een teleurstelling qua effectiviteit, maar een homeopathische griepvaccinatie in de vorm van suikerkorrels werkt natuurlijk helemaal niet. Gelukkig is het dan ook bij wet verboden om er reclame voor te maken. De voorzitter van de Reclame Code Commissie bevestigde dit recentelijk.

Onder de kop "Kies voor gezondheid en kies voor de homeopathische griepvaccinatie" werd ons in de bestreden reclame op Facebook wijsgemaakt dat steeds meer mensen ziek worden van de gewone griepprik. Maar geen nood:

"Gelukkig is er ook een homeopathische griepvaccinatie met nagenoeg geen bijwerkingen met als extra voordeel dat het een hogere bescherming biedt dan de reguliere griepprik."

Een hogere bescherming? Vooral dat laatste is wel een erg boude bewering van de eigenaar van deze Facebookpagina, een homeopaat in noordoosten van het land. De reclame-uiting orakelde rustig verder:

"De homeopathische vaccinatie is voor iedereen geschikt en geeft een bescherming van meer dan 89 procent. Bij herhaling zelfs meer dan 94 procent. Bijkomende voordeel van een homeopathische vaccinatie is dat inname met alleen korrels heel eenvoudig is, en de bijwerkingen vrijwel nihil zijn."

De naam van het wondermiddel werd niet genoemd, maar vermoedelijk gaat het om Polyinfluenzinum (ook de naam Influenzinum komt wel voor), een door de firma Dolisos ontwikkeld homeopathisch middel dat het griepvaccin in homeopathische verdunning bevat. Dolisos is al meer dan tien jaar geleden overgenomen door het bekende Boiron, dat onder meer Polyinfluenzinum 200K verhandelt. Deze cryptische aanduiding betekent 200 keer verdund volgens de Korsakov-methode. Die bestaat uit het oplossen van de uitgangsstof in water, schudden, het glas leeggooien en vervolgens weer vullen met water. Dat zou een verdunning van 1:100 moeten opleveren.[1] Vervolgens herhaal je dat 200 keer en dan heb je 200K. Griepvaccin verdund met een factor van rond de 10400, geen wonder dat het middel geen bijwerkingen heeft.

Maar met zo'n duizelingwekkende verdunning is ook een werking wel erg onwaarschijnlijk. Die claim van 89% respectievelijk 94% bescherming komt vermoedelijk uit een onderzoekje naar het middel dat Dolisos ooit, jaren geleden, heeft uitgevoerd. Er wordt beweerd dat in een groep van 100 personen, van wie 82% jaarlijks door de griep werd geveld, slechts 11% griep kreeg nadat ze preventief Polyinfluenzinum hadden gekregen. Bij herhaling het volgende jaar was dit nog maar 6%, maar hier wordt opeens het begrip ' flu symptoms' gebruikt. Dit weinig geloofwaardige onderzoek is nooit ergens gepubliceerd, maar het verhaal circuleert lustig op internet.

Dat een groep werd onderzocht waarin echt 82% jaarlijks griep kreeg, is wel erg onwaarschijnlijk, want een kans van meer dan acht op tien is een onrealistisch hoge kans op griep. Het zou best kunnen dat hier weer eens griep en (zware) verkoudheid door elkaar zijn gehaald. Geen wonder dat vaak de term 'griepverschijnselen' of 'flu symptoms' valt. 11% kans op griep klinkt een stuk realistischer. Dat zou betekenen dat het middel helemaal niets heeft gedaan, zoals te verwachten is van suikerpilletjes met een drupje griepvaccin 200K erop. Een controlegroep schijnt dit onderzoekje niet gehad te hebben. Terzijde, het is natuurlijk ook raar dat een griepvaccin dat (deels) gemaakt is van de verkeerde virusvarianten wel opeens heel effectief zou zijn in homeopathische verdunning.

reclamecodecommissielogoDe voorzitter van de Reclame Code Commissie hoefde zich over dit alles niet uit te laten. De zaak was tamelijk eenvoudig: deze reclame mag gewoon niet volgens de Geneesmiddelenwet. "Nu de 'homeopathische griepvaccinatie' wordt aangeprezen voor hetzelfde doel als een reguliere griepprik, te weten het voorkomen van griep, is sprake van de aanprijzing van een (immunologisch) geneesmiddel", aldus de voorzitter. Reclame voor geneesmiddelen waarvoor geen handelsvergunning is verleend, is ingevolge artikel 84, eerste lid, Geneesmiddelenwet verboden. Uiteraard is er in Nederland geen handelsvergunning verleend voor een homeopathisch griepvaccin. De reclame was dus duidelijk in strijd met de wet.

De voorzitter velde op dezelfde datum een identiek oordeel in een zaak tegen dezelfde adverteerder, maar nu ging het om reclame-uitingen op zijn website. Ook die waren in strijd met de Geneesmiddelenwet (uitspraak nog niet gepubliceerd). Overigens waren zowel de teksten op de website als die op Facebook al tijdens de procedure verwijderd door de adverteerder. Een echt verweer voerde hij niet, al liet hij beide klagers wel weten dat ze niet wisten waarover ze spraken. Daar dacht de RCC-voorzitter toch anders over.

Nu kan, zoals eerder uitgelegd, de Reclame Code Commissie geen sancties opleggen. Echter, de minister van VWS en de Inspectie voor de Gezondheidszorg kunnen dat wel. Op overtreding van artikel 84 Geneesmiddelenwet staat een bestuurlijke boete van ten hoogste 450.000 euro. Zo'n vaart zal het wel niet lopen bij een reclame van een lekenhomeopaat op Facebook en op de eigen website, maar duidelijk moge zijn dat dit soort reclame-uitingen zeker niet geheel risicoloos kunnen worden gedaan.

Noot

[1] Overigens is het allerminst zeker dat bij verdunnen volgens de Korsakov-methode, genoemd naar een Russische homeopaat, echt een verdunning van 1:100 wordt verkregen. Bepaalde uitgangsstoffen hechten zich aan de wand het glas en blijven daar plakken (kaliumchloride bijvoorbeeld). Mij is niet bekend hoe dat zit met virusstammen. Als die na 200 verdunningen nog steeds aan de wand kleven en vervolgens met alle geluk van de wereld op een suikerpilletje gedruppeld worden, zou je in theorie een oraal griepvaccin hebben.

Therapeutic Touch: onzin uit Isfahan

$
0
0

Isfahan is in Nederland wellicht het meest bekend van het gedicht De tuinman en de dood, maar er staat ook een ziekenhuis waar in 2012-2013 onderzoek is gedaan naar het effect van Therapeutic Touch (TT) op misselijkheid bij vrouwen die chemotherapie tegen borstkanker kregen. Bij Therapeutic Touch worden veronderstelde verstoringen in een verondersteld energieveld rondom het lichaam door de behandelaar afgetast en vervolgens wordt dit veld met strijkende bewegingen beweerdelijk geharmoniseerd. De patiënt wordt hierbij niet aangeraakt; het gaat in wezen om luchtmassages. Volgens de Iraanse onderzoekers, die hun onderzoek recentelijk in het blad Complementary Therapies in Clininal Practice publiceerden, waren de uitkomsten verbluffend. Het effect van TT op de duur, de frequentie en de intensiteit van de misselijkheid was zeer significant. De p-waarden waren bijna duizelingwekkend: driemaal p < 0,001. Te mooi om waar te zijn? Waarschijnlijk wel, want erg goed was het onderzoek niet.

evidence-tt1Complementary Therapies in Clininal Practice is een tijdschrift uit de Elsevierstal met een impact factor van 0,00. Dat zegt natuurlijk niet alles, maar het vereist wel een uiterst kritische blik. Voor het onderzoek werden de 108 proefpersonen in drie groepen verdeeld. 36 vrouwen kregen een TT-behandeling, 36 kregen placebo-TT en nog eens 36 vormden de controlegroep, die geen enkele behandeling kreeg. Het gaat natuurlijk om de verschillen tussen de eerste twee groepen; nog een aparte controlegroep - die eigenlijk per definitie slechter zal scoren omdat ze ook geen aandacht heeft gehad - is eigenlijk overbodig.

Blindering

Bij de echte behandeling hield de behandelaar haar handen op 12-15 centimeter afstand van het lichaam, bij de schijnbehandeling op "meer dan 20 centimeter". Het onderzoek vermeldt niet op hoeveel meer dan 20 centimeter, maar je kunt betwijfelen of op deze manier adequaat geblindeerd wordt. In plaats van een grotere afstand te nemen, wat zelfs een laagopgeleide huisvrouw uit Iran (het gros van de patiënten in deze studie) zou kunnen opvallen, zou je voor een ander onderscheid zonder uiterlijke verschillen kunnen kiezen. In een eerder onderzoek naar Reiki werd de placebo-reiki uitgevoerd door iemand die uiterlijk hetzelfde ritueel opvoerde, maar innerlijk zich niet op de patiënt focuste maar in gedachten rekensommen of een boodschappenlijstje maakte. Voor het resultaat maakte dat geen verschil. Met betrekking tot de placebo-TT merken de auteurs van dit onderzoek op dat "in fact there was no energy transfer". Hoe weten de auteurs dat eigenlijk? Hoe hebben ze dat gemeten? (en terzijde, hoe weten ze dat "energy can pass through all their clothes"?)

Curieus

Ronduit curieus is dat zowel de echte TT als de placebo-TT werden uitgevoerd vóórdat de proefpersonen hun chemokuur kregen. Dat is zelfs vanuit het tamelijk magische TT-perspectief moeilijk te plaatsen. De gedachte is immers dat de chemotherapie het veronderstelde energieveld verstoort en misselijkheid veroorzaakt, dus waarom zou je dan een behandeling vooraf moeten uitvoeren, als er op dat moment van enige verstoring nog geen sprake kan zijn? Hooguit kun je volhouden dat je met zo'n behandeling de angstige patiënt wat kunt kalmeren voor een vervelende behandeling. Maar TT als een soort vaccin tegen naderhand optredende misselijkheid is toch wel echt absurd.

Missing data

Maar goed, zelfs absurde theorieën moeten een kans krijgen als ze consequent de data aan hun kant hebben. Helaas is de hoeveelheid data die in het artikel te vinden is werkelijk armzalig. Dat is vreemd, want de onderzoekers beweren dat ze heel veel data hebben verzameld. Duur, frequentie en intensiteit van de misselijkheid zouden zijn gemeten. Dit gebeurde aan de hand van een visual analogue scale (VAS) voor de intensiteit en een 'chart' voor duur en frequentie. Die laatste twee factoren werden zelfs op vier verschillende tijdstippen in kaart gebracht: in de morgen, in de middag, in de avond en gedurende de nacht.

Tabel 2: duur van de misselijkheid.

Tabel 2: duur van de misselijkheid.

En wat vinden we daarvan terug in de tabellen en statistieken? Vrijwel niets. De meest uitgebreide data vinden we in tabel 1, waaruit blijkt dat de proefpersonen doorgaans huisvrouwen zonder inkomen waren, maar erg interessant zijn die data natuurlijk niet. Tabel 2 gaat over de duur van de misselijkheid in uren, maar daar wordt alleen een gemiddelde gegeven en niet gedifferentieerd naar het tijdstip. Als je separaat data over de ochtend, middag, avond en nacht verzamelt, moet je ze ook vermelden. "Incomplete reporting of study results" is een tamelijk ernstige tekortkoming. Ook wordt niet duidelijk hoe die uren gemeten zijn. Met een stopwatch in de hand? Door af en toe op de klok te kijken? Op basis van een inschatting achteraf? In alle drie de groepen was ongeveer een kwart van de vrouwen analfabeet. Zijn VAS en 'charts' dan niet veel te ingewikkeld?

Tabel 3: frequentie van de misselijkheid. Placebo-TT scoort aanzienlijk beter dan echte TT (1,6 keer beter).

Tabel 3: frequentie van de misselijkheid. Placebo-TT scoort aanzienlijk beter dan echte TT.

Nog opmerkelijker is Tabel 3. Die zou volgens de onderzoekers over frequentie en intensiteit van de misselijkheid moeten gaan (p. 66), maar gaat volgens het bijschrift alleen over frequentie. Intensiteit komt in geen enkele tabel voor, dus hoe de onderzoekers hiervoor een p-waarde van minder dan 0,001 tevoorschijn weten te toveren is bijzonder onduidelijk. Het wordt nog gekker als we de cijfers voor frequentie bekijken. Placebo-TT lijkt hier met een lagere score van 31.44 toch aanzienlijk beter te scoren dan echte TT, met de veel hogere score van 50.44. Wat de onderzoekers hier precies hebben gemeten, c.q. wat de proefpersonen precies hebben geturfd, is niet geheel duidelijk, maar het behoeft toch geen betoog dat een lagere score duidt op minder episodes van misselijkheid (de controlegroep is met 81.76 weer veel hoger). De onderzoekers schrijven echter rustig op dat de frequentie significant lager was in de TT-groep, met wederom p < 0,001. Misschien hebben ze alleen naar het verschil met de niet-behandelde controlegroep gekeken, en daardoor de olifant in de kamer gemist.

Eigenlijk leveren de gecombineerde Tabellen 2 en 3 een heel interessant beeld op: kennelijk waren de proefpersonen in de placebogroep minder vaak misselijk, maar wel veel langer (bijvoorbeeld een keer per dag tien uur). En de vrouwen die echte TT kregen, waren veel korter misselijk, maar wel vaker (bijvoorbeeld vijf keer per dag een uur). Hoe verklaren de onderzoekers deze intrigerende resultaten? Het antwoord: niet, want ze hebben ze niet opgemerkt. De redactie van Complementary Therapies in Clininal Practice duidelijk ook niet.

Beperkingen

Aan het einde van het artikel vinden we nog een tamelijk grote beperking, die de onderzoekers zelf ronduit toegeven:

"Since most of the patients were referred from the surrounding cities to Isfahan and received only one medication dose, there was no possibility of intervention for several days in a row; as a result, there was no possibility of measuring the nausea intensity in the delayed phase (delayed Chemotherapy-Induced Nausea and Vomiting, which occurs more than 24 h after chemotherapy) and it was the limitation of our study."

Kortom, de onderzoekers hebben maar één keer gegevens verzameld na één dosis chemotherapie, en dan ook niet meer dan één dag na de chemokuur (de 'acute phase'). Bij borstkanker moet je echter denken aan zes tot acht chemokuren. De misselijkheid kan ook langer dan 24 uur na de behandeling optreden. Tussen de chemokuren zitten een of meerdere weken om te herstellen, afhankelijk van de intensiteit van de behandeling. Als de onderzoekers hun TT-onderzoek echt serieus hadden willen aanpakken, hadden ze kunnen kiezen voor een studie die de vrouwen gedurende hun gehele behandeling gedurende meerdere maanden volgde.

Roze bril

Het gebrek aan scientific rigour hoeft echter niet te verbazen. De auteurs zijn duidelijk verguld van de mogelijkheden van TT en hebben hun roze bril niet af kunnen zetten. Zo jubelen ze tot tweemaal toe dat TT de genezing van wonden bevordert, terwijl de meest recente Cochrane Review (2014) concludeert dat "there is no robust evidence that TT promotes healing of acute wounds". De onderzoekers lijken hun referenties bij voorkeur uit de meest schimmige blaadjes te halen. Dat TT effectief is "in a wide range of symptoms" wordt bijvoorbeeld geschreven op gezag van het International Journal of Aromatherapy, ook al zo'n tijdschrift met een impact factor van 0,00. Erg consequent kun je de auteurs helaas ook niet noemen. In hun introductie staat over TT bijvoorbeeld dat "it has no contraindications", maar in het kader met uitleg over TT schrijven de onderzoekers weer dat de TT-behandelaar in de tweede fase op zoek gaat naar "TT contraindication (head trauma, pregnancy and psychosis)". Dat kan niet allebei waar zijn.

Déjà vu

Het artikel in Complementary Therapies in Clinical Practice.

Het artikel in Complementary Therapies in Clinical Practice.

Helaas is dit nog niet alles. Het meest beschamende vind ik eigenlijk wel dat dit onderzoek feitelijk twee keer is gepubliceerd. Voordat het in Complementary Therapies in Clininal Practice verscheen, werd er namelijk ook al een artikel over geschreven in het Journal of Education and Health Promotion. Dat is een schimmig online tijdschrift met een hoofdredacteur die - oh toeval! - net als drie van de zes auteurs verbonden is aan de University of Medical Sciences te Isfahan. Het is beslist hetzelfde onderzoek, want beide artikelen noemen hetzelfde nummer waaronder het onderzoek is geregistreerd (2013080311136N2). Van beide artikelen zijn vijf van de zes auteurs hetzelfde. Twee keer een artikel over hetzelfde onderzoek publiceren, met dezelfde insteek en dezelfde uitkomsten is natuurlijk niet netjes en eigenlijk ook in strijd met de wetenschappelijke integriteit.

Het artikel over hetzelfde onderzoek in het Journal of Education and Health Promotion.

Het artikel over hetzelfde onderzoek in het Journal of Education and Health Promotion.

Het artikel in het Journal of Education and Health Promotion is wel iets uitgebreider. Curieus is dat het woord 'intensiteit van de misselijkheid' helemaal niet valt in dit artikel, terwijl in het artikel in Complementary Therapies in Clininal Practice juist de loftrompet werd gestoken over het effect van TT op die intensiteit. Het uitgebreidere artikel maakt ook duidelijk dat er geen uitvallers waren: alle 108 vrouwen leverden uiteindelijk hun papieren in, al dan niet ingevuld door familieleden die wel konden lezen en schrijven. Voor dat inleveren hadden ze wel een maand de tijd. Een hele maand, terwijl het in het onderzoek om de eerste 24 uur na de chemokuur ging!

Het uitgebreidere artikel maakt ook duidelijk dat personen die de patiënten vergezelden gewoon bij de TT- of placebobehandeling aanwezig mochten zijn. Bij de placebo-TT gold dat "the hands were placed around the body as a gesture, with more distance from the body, and were moved without a certain order". Dat laatste klinkt toch verdacht veel als: de TT-behandelaar deed maar wat. Dan is de kans toch groot dat of de patiënt of haar metgezel doorheeft dat er maar een showtje wordt opgevoerd.

Ten slotte staat er een veelzeggend zinnetje in het uitgebreidere artikel: "This article is derived from master thesis of nursing." Een van de onderzoekers blijkt een student te zijn, die voor het onderzoek wat TT heeft geleerd en vervolgens proefpersonen is gaan behandelen en data heeft verzameld. Het verklaart veel van de kreupele indruk die het onderzoek maakt.

Conclusie

Al met al is dit een heel povere studie die het hele TT-gebeuren geen greintje aannemelijker heeft gemaakt. Naar aanleiding van een eerder onderzoek naar de effecten van Therapeutic Touch schreef oud-hoogleraar complementaire geneeskunde Edzard Ernst al eens een vernietigende blog. De titel van die bijdrage - "Therapeutic Touch – time to stop taking such rubbish seriously!" - zou ook moeiteloos van toepassing kunnen zijn op dit onderzoek uit Iran.

Zuurstofwater en sprouts: wiens on(zin/tbijt) zien we hier?

$
0
0

Linda.tv (het online magazine van linda de Mol) laat via advertenties op de site van nu.nl een voorproefje zien van hun serie 'Ook goedemorgen!'. In deze serie wordt de ochtend van iemand in beeld gebracht via een camera op hun hoofd. De persoon zelf doet dan een voice-over bij deze beelden.

Ontbijt

Het voorproefje van afgelopen week was duidelijk het ontbijt van een goedgelovige alternativo. Alle voedselhypes die al lang en breed ontkracht zijn kwamen langs: Superfoods, kokoswater, Kangen water, zuurstof water en zelfs een Bemer matras.

Het blijkt het ontbijt te zijn van Maryse Moerel een zogenaamde 'life style coach' waar de Vereniging tegen de kwakzalverij als eens over schreef in verband met tarwegras als behandeling voor kanker.

Boeddhistische omroep BOS maakte al eerder een documentaire over haar. Ook hierin komt een hoop onzin voorbij op het gebied van voedsel en gezondheid.

Hier vindt u het ontbijt terug, smakelijk eten!


Therapeutic Touch voor muizen met borstkanker: een nieuw dieptepunt

$
0
0

Beoefenaren van Therapeutic Touch (TT) geloven dat we allemaal omgeven worden door een energieveld. Dit veld kan verstoord raken, waardoor er gezondheidsklachten ontstaan. Een TT-beoefenaar zou het veld af kunnen tasten en met strijkende handbewegingen weer kunnen harmoniseren, dit alles zonder de patiënt aan te raken. Sommige TT-onderzoekers zijn bescheiden en testen of dit soort luchtmassages bij patiënten tot meer rust en reductie van stress leiden. Andere onderzoekers zien een toekomst voor TT bij de behandeling van kankertumoren en uitzaaiingen. Zoals een groep Amerikaanse onderzoekers van het University of Connecticut Health Center. Zij onderzochten het effect van TT op laboratoriummuizen met borstkanker. Het leverde een artikel op waarin lach en traan dicht bij elkaar liggen: het onderzoek is zo bizar dat je voortdurend in de lach schiet, en tegelijkertijd zo wreed en onethisch dat het woede opwekt. Een paar dozijn muizen werd afgemaakt in naam der toverkunst, en het onderzoek was nog zwaar onder de maat ook.

BALB/c muizen (foto: Aaron Logan, CC BY 1.0).

BALB/c muizen (foto: Aaron Logan, CC BY 1.0).

Borstkanker bij muizen vereist wel enige toelichting. De onderzoekers maakten gebruik van vrouwelijke BALB/c-laboratoriummuizen (zie hiernaast). Incidentie van borstkanker bij deze albinomuizen is normaal laag, dus de kanker moest kunstmatig veroorzaakt worden door het inspuiten van kankercellen. Dat gebeurde door middel van een injectie in de zool van de rechterachterpoot, waarop zich dus gedurende een week of vier flinke tumoren begonnen te vormen. Die zaaiden vervolgens uit naar de lymfeklieren in de knieholtes.

TT bij muizen vereist niet alleen heel veel toelichting, maar ook nog veel meer fantasie. Als je gelooft in een energieveld rondom mensen, is het niet zo vreemd dat je ook gelooft in een energieveld rondom andere levende wezens. Alleen de rationele skepticus vraagt zich vervolgens af of je het energieveld van een muis dan op dezelfde manier kan behandelen als dat van een mens. De onderzoekers maken daar geen woord aan vuil. Kennelijk voelt een TT-beoefenaar van nature aan hoe gehandeld moet worden. Maar er ontstaan natuurlijk wel praktische problemen: een menselijke patiënt wordt geacht op een stoel te gaan zitten, de ogen te sluiten, het hoofd leeg te maken en rustig te ademen. Dit is bij een muis tamelijk onuitvoerbaar. In een Iraans onderzoek dat ik onlangs besprak, valt te lezen dat de TT-behandelaar de ziektegeschiedenis met de patiënt moet bespreken. Ook moet hij mentaal toestemming vragen aan de patiënt om de behandeling uit te voeren. Zie dat allemaal maar eens gedaan te krijgen bij muizen die in een kooitje rondkrioelen.

Methoden

De onderzoekers gebruikten tissue culture flask van het merk Sarstedt.

De onderzoekers gebruikten tissue culture flasks van het merk Sarstedt.

De onderzoekers menen er iets op gevonden te hebben door de muizen per twee in een plastic fles van 18 bij 11,5 bij 4 centimeter te stoppen (een zogenaamde 'tissue culture flask'). Die fles werd in een houder geplaatst. Met de handen op een afstand van 5-25 centimeter van deze opstelling voerden de TT-behandelaars vervolgens hun luchtmassages uit. Dat gebeurde twee keer per week gedurende tien minuten. Volgens de onderzoekers kun je prima door het plastic heen het energieveld bereiken: "Previous studies from our laboratory had shown that tissue culture plastic did not impede human biofield treatments", waarna een verwijzing volgt naar een onderzoek waarin de TT-behandelaars rondom een schaaltje celmateriaal hadden staan handenwapperen.

Er was ook voorzien in een soort placebogroep, waarvoor ook weer muizen paarsgewijs in een fles werden gestopt. De onderzoekers spreken van mock-TT, maar van een behandeling kun je hier eigenlijk niet spreken. Het ging namelijk louter om "a non-TT person standing next to the flask". Die stond erbij en keek ernaar. Ten slotte was er een controlegroep van muizen die alleen een zoutoplossing ingespoten kregen, kennelijk om aan te tonen dat bij hen geen tumoren en uitzaaiingen ontstonden. Deze muizen kregen ook geen TT of mock-TT. Na 26 dagen werden de muizen met kanker afgemaakt. De onderzoekers herhaalden het experiment vervolgens, maar nu kregen de muizen ook TT twee weken vóórdat de kankercellen werden ingespoten. De beestjes werden dus weer in de fles gestopt en kregen een preventief bedoelde behandeling. Ook na de injecties werd weer TT en mock-TT uitgevoerd, en na 29 dagen hadden de beestjes tumoren aan hun voetzolen van 320-330 mm3, waarna ze uit hun lijden verlost werden. Het Animal Care Committee of the University of Connecticut Health Center had geen ethische bezwaren gezien en alle experimenten van tevoren goedgekeurd.

De resultaten

Voordat we op de resultaten ingaan eerst even iets over het aantal gebruikte muizen. De auteurs schrijven zelf:

"In the first study each treatment group consisted of 16 mice. An additional 8 mice received 20 μL vehicle injections (PBS) as the negative control. For the second study, 12 mice/treatment group were used and an additional 8 mice for the negative control."

Omdat de onderzoekers ook spreken van mock-treatment, lees ik dit als: 16 muizen kregen TT, 16 kregen mock-TT en 8 vormden de controlegroep. Voor het tweede experiment (met preventieve TT) zijn de cijfers dan 12, 12 en 8. Maar het rare is dat de onderzoekers hun resultaten op andere aantallen baseren:

"Results were obtained from 8 mice/group/assay for the first study and 6 mice/group/assay for the second study as means ± standard error."

Als de auteurs met "each treatment group consisted of 16 mice" bedoelden dat de TT-groep en de mock-TT-groep bij elkaar 16 muizen (namelijk 2x8) bevatten, dan klopt het aantal (idem voor 12). Maar dat is dan wel heel ongelukkig geformuleerd. Uitgaande van 16 of 12 muizen per groep, wordt steeds maar de helft van een groep gebruikt voor de statistische analyse. 'Missing data' dus. Met resultaten gebaseerd op slechts 24 muizen in het eerste experiment (inclusief 8 in de onbehandelde controlegroep) en 20 in het tweede (idem) is het onderzoek sowieso underpowered.

Maar wat zijn de resultaten dan? Met betrekking tot de groei van de tumoren is er een teleurstelling voor de onderzoekers:

"In this study, we found no significant effects of TT on proliferation or apoptosis in the primary tumor."

Geen effect op de tumorgroei dus, een weinig verrassende conclusie. Treurig is dat de onderzoekers speculeren dat TT bij een minder agressieve vorm van borstkanker wellicht meer resultaat had geboekt. Ze menen dat er als het gaat om uitzaaiingen wel positieve effecten te melden zijn. Om statistische significantie te behalen moeten ze echter een truc uithalen:

"One mouse had 7-fold more colonies (76 colonies) than the mean. If this extreme outlier is excluded since it is greater than two standard deviations from the mean, TT significantly decreased metastasis compared to the mock-treated group."

De onderzoekers vergelijken dus twee groepjes van 8 muizen, en elimineren de resultaten van één muis uit de TT-groep omdat die teveel afwijken. Bij zulke kleine aantallen kun je dat gewoon niet doen. Met de in de studie gebruikte statistische test is het resultaat met deze outlier meegenomen echter niet significant en impliciet geven de auteurs dat toe. Ook met betrekking tot de uitzaaiingen hadden de onderzoekers dus kunnen (en moeten) concluderen: we hebben niets gevonden.

Wat dan nog volgt is - in de woorden van Orac in zijn schamperende bespreking van dit artikel - "a fishing expedition among cytokines". Cytokines zijn een brede categorie moleculen (eiwitten) die een rol spelen in de immuunafweer, en dus ook bij kanker. De onderzoekers meten wel 32 verschillende cytokinemarkers en constateren her en der een significante verbetering van cytokines ten gunste van de TT-groepen in de twee experimenten. Omdat het maar om zeer kleine aantallen muizen per groep gaat (hooguit 8), er geen effect gevonden werd op tumorgroei en eigenlijk ook niet op uitzaaiingen en bovendien onduidelijk is of de onderzoekers wel correct gecorrigeerd hebben voor meervoudig toetsen, is er eigenlijk geen reden over de statistisch significante resultaten te gaan jubelen. De onderzoekers doen dat natuurlijk wel: ze schrijven onder Discussion pagina's vol over hun 'ontdekkingen'. Maar ook hier moeten ze een teleurstelling incasseren:

"Pretreatment with TT prior to cell injection had no additional effect on metastasis, serum cytokines, or % immune cells."

Preventief handenwapperen heeft dus ook volgens deze onderzoekers geen toegevoegde waarde.

Slotbeschouwing

EBCAMIk moet bekennen dat ik aanvankelijk dacht dat het hierboven besproken onderzoek, gepubliceerd als Therapeutic Touch Has Significant Effects on Mouse Breast Cancer Metastasis and Immune Responses but Not Primary Tumor Size, een grap was. TT bij muizen met borstkanker is zo bizar dat dit onderzoek toch niet echt kon zijn. Wellicht was het iets uit een kerstnummer van een tijdschrift, vergelijkbaar met het bekende BMJ-onderzoek dat concludeerde dat er nooit RCT's zijn uitgevoerd met het gebruik van parachutes. Maar deze Amerikaanse onderzoekers zijn bloedserieus. Ze publiceerden hun stuk in Evidence-based Complementary and Alternative Medicine. Dat blad had in 2011 nog een zeer respectabele impact factor van 4.774, maar die is inmiddels gekelderd naar 1.88. Als men dit soort troep blijft publiceren, is een verdere daling alleen maar toe te juichen. Dit is eerder Fantasy-based hocus-pocus and cruelty to animals.

Maar niet iedereen denkt er zo over. Martine Busch, directeur van het parapsychologische Van Praag Instituut, was bijvoorbeeld in de zomer van 2014 heel enthousiast over het muizenonderzoek. Het onderzoek was toen nog niet in artikelvorm gepubliceerd; Busch had slechts een presentatie bijgewoond van de hoofdonderzoekster op een congres over Integrative Medicine in Miami. Het belette haar niet om van 'harde' metingen en 'harde' resultaten te spreken. Die resultaten waren in werkelijkheid dus boterzacht. Over het ethische gehalte van het eerst pijnigen en vervolgens afmaken van een paar dozijn muizen, allemaal in naam van wilde fantasieën, moeten we het ook nog maar eens hebben.

De genoemde hoofdonderzoekster is dr. Gloria Gronowicz, een gerenommeerde celbiologe. Ze is zelf oud-borstkankerpatiënte en beschrijft in een boekje dat dit jaar verscheen hoe ze tijdens haar eigen behandelingen acupunctuur en supplementen probeerde, maar pas rust en ontspanning vond bij een TT-behandeling. Naar eigen zeggen gebruikt ze 'strict criteria in science' bij het onderzoeken van TT, maar daar is in het hier besproken artikel niets van te merken. Dat is geschreven door gelovigen voor gelovigen. Dat moge ook blijken uit de citaten die Martine Busch uit de mond van Gronowicz optekende. Na wat obligate relativeringen over het beperkte aantal muizen, zegt ze dat haar onderzoek aantoont dat "TT diep in het lichaam – in het immuunsysteem – doorwerkt". In your dreams, zou ik zeggen.

Dit onderzoek naar TT bij muizen met borstkanker moet wel een van de beroerdste, meest nutteloze onderzoeken zijn die ik de afgelopen jaren ben tegengekomen. Een nieuw dieptepunt.

Met dank aan Pepijn van Erp voor hulp bij de statistiek.

Homeopathie en placebo

$
0
0

Homeopathische middelen werken niet beter dan een placebo. De wetenschap is daar eigenlijk al lang over uit, maar homeopaten houden vol dat dat niet het geval is. Toch kunnen ook zij er moeilijk omheen dat placebo-effecten een rol spelen in hun praktijk. Niet zo verwonderlijk dat sommige homeopaten ook geïnteresseerd zijn in wat die placebo-effecten nu eigenlijk zijn en wat die kunnen bewerkstelligen. Marieke Diemeer studeerde in december 2015 af aan de 'Hogeschool' Hippocrates als klassiek homeopaat en schreef daarvoor een scriptie over dit onderwerp.

homeopathie-placebo-scriptie-Marieke-DiemeerHaar begeleider, homeopathisch farmaceut Martin Dicke, zette de scriptie op de website van zijn Hahnemann Apotheek. De scriptie is helemaal niet onaardig en geeft best een goed beeld van wat er allemaal speelt rondom placebo-effecten. De volgende zinnen uit de scriptie geven volgens mij in het kort weer hoe ze in de homeopathie tegen het placebo-effect aankijken. Eigenlijk is het hetzelfde, maar toch net anders.

Het resultaat van de stimulatie van de lichaamseigen apotheek (ofwel het in gang gezette zelfgenezend vermogen), is het placebo-effect. Homeopathie stimuleert ook het zelfgenezend vermogen, maar doet dit op een andere manier, namelijk met een energetische prikkel. (p. 43)

En dan het 'stofzuigersnoerprincipe', een metafoor bedacht door Roel van Wijk:

Van Wijk legt dat uit we allemaal de handige vinding kennen dat als we het snoer van een stofzuiger hebben uitgetrokken, we er een klein rukje aan moeten geven om het weer op te laten winden. Dit staat model voor het zelfherstel: als het oprollen stagneert, dan moet je niet het snoer in de stofzuiger willen duwen, maar juist het snoer een klein rukje in de verkeerde richting geven, zodat het zichzelf weer oprolt. Met homeopathie geef je dit kleine rukje en hiermee wordt het zelfgenezend vermogen in gang gezet. Het placebo-effect is ook zo’n in gang gezet oprolmechanisme, alleen wordt het rukje niet gegeven door een homeopathisch geneesmiddel, maar door de factoren die het placebo-effect versterken. (p. 44)

De conclusie van de scriptie is niet eens zo verwonderend:

Concluderend kan gesteld worden, dat men in de homeopathische praktijk dus nog beter gebruik kan maken van het placebo-effect door:
- de verwachting en het vertrouwen van de patiënt te vergroten;
- overtuigd te zijn van de eigen behandeling;
- een warme, empathische benadering te hanteren;
- aandacht te hebben voor de uiterlijke kenmerken van het homeopathisch geneesmiddel. (p. 53)

Dit geldt voor reguliere zorg ook, we hoeven alleen de woordjes 'homeopathische' en 'homeopathisch' te schrappen. Lees ook Schijn doet wonderen - De geneeskracht van placebo’s van Rob Nanninga uit Skepter 15.4 (2002).

Anders dan placebo-effect?

Waarom denken homeopaten dat de effecten van (het voorschrijven van) hun remedies (gedeeltelijk) los staan van deze algemene placebo-effecten, dat ze dus een toegevoegde waarde hebben? Die vraag komt in de scriptie ook aan de orde. In het hoofdstuk Discussie geeft Diemeer eerst met een voorbeeld aan waarom het voor homeopaten van belang zou moeten zijn om over placebo-effecten na te denken:

Want stel, dat een patiënt tijdens het vervolgconsult een aantal kleine verbeteringen zou aangeven, dan zou een homeopaat die rekening houdt met het placebo-effect kunnen concluderen dat de verbeteringen het gevolg zijn van het placebo-effect en niet van het homeopathisch geneesmiddel; hij/zij zou dan derhalve een ander homeopathisch geneesmiddel voorschrijven. Een homeopaat die niet het placebo-effect in zijn of haar achterhoofd houdt, zou de verbeteringen kunnen duiden als gevolg van het homeopathisch geneesmiddel en daarom bij datzelfde homeopathisch geneesmiddel blijven. Mogelijk leidt onderschatting van het placebo-effect tot een overschatting van het effect van het homeopathische geneesmiddel. (p. 55-56)

In een enquête stelde Diemeer echter vast dat nog geen derde van de klassieke homeopaten regelmatig stilstaat bij dit soort vragen en een ruime meerderheid ziet ook niets in nascholing op dit terrein. Daarna komt ze toe aan de vraag waarop critici van homeopathie graag een helder antwoord zouden vernemen van homeopaten:

De vraag die hierbij rijst, is of we überhaupt een onderscheid kunnen maken tussen het placebo-effect en het effect van het homeopathisch geneesmiddel. Beide zijn inmiddels [sic,  immers?] het in gang gezette zelfgenezend vermogen, alleen de manier waarop dit zelfgenezend vermogen is aangestuurd is anders. Vithoulkas stelt dat genezingen door het homeopathische geneesmiddel zich onderscheiden van het placebo-effect door middel van diverse parameters, zoals het terugkeren van oude symptomen. Maar is dit waar? Is het terugkeren van oude symptomen kenmerkend voor de homeopathie, of is het een teken van zelfherstel en zien we dit vaak in de homeopathie, omdat deze geneeswijze bij uitstek geschikt is het zelfgenezend vermogen aan te zetten?
Dezelfde vraag kun je stellen over de beginverergering. Is dit een kenmerk van de homeopathische genezing, of past het bij het in gang gezette zelfgenezend vermogen en kun je het dus ook waarnemen bij het placebo-effect? Allemaal vragen waar we nog geen antwoord op hebben, maar die zeer de moeite waard zijn om te onderzoeken, omdat het ons meer kan leren over wat genezing nu eigenlijk is. Een mogelijkheid om dit te onderzoeken is door na te gaan of andere geneeswijzen die het zelfgenezend vermogen stimuleren, ook gepaard gaan met de terugkeer van oude symptomen en het optreden van een beginverergering. (p.56)

Uitgebreider komt dit aan de orde in Hoofdstuk 5. Daarin beschouwt ze de opvattingen van een aantal bekende homeopaten over het placebo-effect in relatie tot homeopathie. Maar daar komt eigenlijk verrassend weinig uit naar voren, zoals Diemeer constateert.

Bekende homeopaten over het placebo-effect

De grondlegger van de homeopathie, Hahnemann, blijkt zelf regelmatige placebo's te hebben voorgeschreven. Een reden om dat te doen, was dat veel patiënten gewend waren om regelmatig medicijnen in te nemen, dagelijks of zelfs ieder uur. Als die wens niet paste in het homeopatisch voorschrift, dan werd die behoefte dus bevredigd met placebo's die tussendoor genomen werden. Ook gaf Hahnemann wel een placebo als hij bij het veranderen van een remedie - omdat een eerder voorgeschreven middel niet het gewenste effect bleek te hebben - er nog niet uit was welk dan het meest geschikt was. Diemeer verwijst hiervoor naar een artikel van Robert Jütte in Homeopathy (2014).

Vithoulkas is een andere belangrijke homeopaat. In zijn boek The Science of Homeopathy trof Diemeer niets aan over placebo's. Wel kon zij wat halen uit een aantal interviews die Vithoulkas heeft gegeven. Zo had hij ooit gesteld: ‘The mechanism of action of both the "placebo effect" and the "homeopathic similimum" are the same’ en werd daar later op bevraagd. Het mechanisme is dan wel hetzelfde, maar volgens Vithoulkas is de uitwerking toch net wat anders. Naast een placebo zou ook geloof in God wel zelfheling in gang kunnen zetten in bijzonder omstandigheden, maar het werkt niet altijd. En als er dan toch terugval optreedt, zou er niets meer aan te doen zijn. Met homeopathie zou je dat risico niet lopen. Een genezing door homeopathie zou zich onderscheiden van zelfgenezing bij placebo door het 'terugkeren van oude symptomen'. Hoe we dat precies moeten zien, wordt helaas niet uitgelegd in deze scriptie.
Die interviews met Vithoulkas zijn overigens het lezen waard, hij neemt daarin duidelijk afstand van 'moderne' homeopaten die ook met profylactische homeopathie werken en middelen die gemaakt worden door woorden op papiertjes te schrijven en die onder een glas water te leggen. Van remedy-makers zal hij ook wel niets moeten hebben. Op Kloptdatwel? kennen we hem van het toekennen van zijn prijs voor het beste artikel aan de biggenstudie uit Wageningen.

Tenslotte de Indiase homeopaat Sankaran. Die komt volgens Diemeer eigenlijk niet verder dan de retorische vraag: ‘Is het mogelijk om een placebo-effect bij dieren te hebben?’. Die vraag zullen homeopaten waarschijnlijk het liefst als vanzelfsprekend met 'nee' beantwoord zien. Maar dat is gewoon niet zo. De schrijfster van deze scriptie geeft hier geen expliciet oordeel over de vraag van Sankaran, maar eerder in haar scriptie (paragraaf 2.1.2.1) beschrijft ze dat die placebo-effecten bij dieren o.a. kunnen optreden door conditionering. Observer bias laat ze voor zover ik kon nagaan nog buiten beschouwing.

Iemand die wat objectiever tegen de verzamelde literatuur en ander gegevens aankijkt, zou op grond daarvan waarschijnlijk concluderen dat homeopaten bepaald geen overtuigend verhaal hebben wanneer ze stellen dat effecten van de toediening van homeopathische middelen anders zijn dan die je kunt verwachten van het voorschrijven van placebo's. Het is echter niet zo verrassend dat iemand die wil gaan werken als klassiek homeopaat die logische conclusie omzeilt door te stellen dat het gaat om 'Allemaal vragen waar we nog geen antwoord op hebben'.

Marieke Diemeer werkt intussen als zelfstandig klassiek homeopaat naast een baan als verpleegkundige in een ziekenhuis.

Eerder besprak ik een andere scriptie van iemand die de opleiding tot klassiek homeopaat afrondde. Die betrof een geneesmiddelproef met vuurkoraal

Therapeutic Touch bij veel te vroeg geboren baby's = non-Therapeutic no-Touch

$
0
0

Canadese onderzoekers onderzochten het effect van Therapeutic Touch (TT) bij veel te vroeg geboren baby's. Ze publiceerden er een artikel over in het Clinical Journal of Pain. De titel die dit stuk meekreeg, zegt eigenlijk alles wat er te zeggen valt: Therapeutic touch is not therapeutic for procedural pain in very preterm neonates: a randomized trial.

Baby geboren na een zwangerschap van 26 weken en 6 dagen (foto: ceejayoz, CC BY 2.0).

Baby geboren na een zwangerschap van 26 weken en 6 dagen (foto: ceejayoz, CC BY 2.0).

Het artikel dateert al van september 2013, maar is niettemin bespreking waard vanwege de zeer goede opzet van het onderzoek. Het onderzoek werd gedaan tegen de achtergrond dat pijnbestrijding bij veel te vroeg geboren baby's problematisch is. Die kun je immers niet zomaar pijnstillers toedienen. Er zijn wel methoden waarmee succes wordt behaald - orale toediening van sucrose of huid-op-huidcontact ('kangaroo care'), maar die methoden hebben ook nadelen. De onderzoekers besloten daarom TT een kans te geven. Ze verdeelden baby's die na gemiddeld zo'n 27 weken zwangerschap geboren waren over twee groepen, TT en sham-TT. In beide groepen kregen de baby's een hielprik (heel lance procedure), wat bij hen uiteraard fysiologische effecten veroorzaakt. De onderzoekers keken naar het effect van TT op pijnscores, hartslag, heart rate variability en het stresshormoon cortisol.

Methoden

Het was als gezegd methodologisch een sterke studie:

  • hoewel de behandelingen plaatsvonden in twee Canadese centra, werd de randomisering uitbesteed aan een bedrijf uit Stockholm, Zweden;
  • de blindering was erg goed. Alleen de TT-behandelaars (verpleegsters met veel TT-ervaring) wisten welke baby's in welke groep zaten. Die informatie stond op een website die alleen met een wachtwoord bekeken kon worden;
  • de TT-behandelaars voerden hun behandelingen uit rondom de couveuses, waarbij de couveuses met een gordijn werden afgeschermd. Niemand kon dus zien of ze TT of sham-TT uitvoerden;
  • bij zulke jonge baby's zijn placebo-effecten waarschijnlijk verwaarloosbaar. Hun ontwikkeling is nog zo gering dat zaken als suggestie en verwachting geen rol zullen spelen;
  • te vroeg geboren baby's kunnen uiteraard ook geen vragenlijsten invullen over pijnbeleving. De onderzoekers gebruikten hiervoor de Premature Infant Pain Profile (PIPP) methode. Die houdt onder meer in dat video-opnames met close-ups van de gelaatsuitdrukkingen en grimassen van de baby's bestudeerd worden. Twee onafhankelijke onderzoekers buiten de medische centra bestudeerden de beelden en gaven scores voor pijn.
  • zaken als hartslag, heart rate variability en cortisolniveau zijn goed objectief te meten.

Uitkomsten

In het onderzoek werd eerst 5 minuten een TT- of sham-TT-behandeling uitgevoerd bij de couveuse. Bij de sham-behandeling stond de behandelaar ernaast met de handen naast het lichaam en maakte ze bijvoorbeeld rekensommen in haar hoofd. Daarna werd de hielprik uitgevoerd (hiel verwarmen, prikken, bloed afnemen, afplakken) en vervolgens werd nogmaals 5 minuten een TT- of sham-TT-behandeling toegepast. De preventieve TT-behandeling zal zijn ingegeven door het feit dat ook bijvoorbeeld de orale toediening van sucrose doorgaans vóór de hielprik plaatsvindt.

Op diverse momenten in dit proces werden gegevens verzameld met betrekking tot de baby's. Dat waren er uiteindelijk 27 in de TT-groep en 28 in de sham-TT-groep (er waren enkele uitvallers, bijvoorbeeld omdat geen hielprik nodig was). Wat waren de uitkomsten? Het abstract vat het perfect samen:

"There were no group differences in any of the outcomes. Mean Premature Infant Pain Profile scores across 2 minutes of heel lance procedure in 30-second blocks ranged from 7.92 to 8.98 in the Therapeutic Touch group and 7.64 to 8.46 in the sham group."

De onderzoekers schrijven dan ook dat "the most compelling conclusion that can be made is simply that Therapeutic Touch has no comforting effect in this population". Het enige wat je op deze studie aan kunt merken, is dat de duur ervan nogal kort was. Er werd niet over meerdere dagen gemeten. Dat is ook wel begrijpelijk, want als het gaat om pijnbestrijding bij veel te vroeg geboren baby's die een hielprik krijgen, zoek je naar een methode die onmiddellijk effect sorteert en niet pas vier dagen later. Anders dan de beperkte duur is het een zeer goed opgezette studie, en ik kan de interpretatie van de auteurs dan ook volledig onderschijven:

"In a tightly controlled study, Therapeutic Touch given in a single dose was no better than a sham control in decreasing pain response or recovery in very preterm neonates. Although there were no safety issues, it seems to offer no benefits and cannot be recommended as a pain control method in this population."

Het jaar 2013

2013 was sowieso geen goed jaar voor de TT-beroepsgroep. Braziliaanse onderzoekers verrichtten weliswaar een enigszins vergelijkbaar onderzoek naar TT bij baby's, maar maakten daarbij een beginnersfout door geen controlegroep op te nemen. Dat ze een reductie van pijn vonden ná een TT-behandeling wil dan ook nog niet zeggen dat dit dóór die behandeling komt. Pijn wordt immers ook vanzelf minder, ook bij baby's.

Cochrane_Logo_Stacked_RGBIn 2013 werd verder de Cochrane review uit 2008 over Touch therapies for pain relief in adults ingetrokken. Die review, enige jaren terug nog besproken door Rob Nanninga in zijn artikel Therapeutic Touch. Evidence based of paranormaal?, was gematigd positief over het effect van TT bij volwassenen met pijn. Als reden voor de intrekking van 2013 wordt slechts opgegeven:

"Reason for withdrawal from publication

This review is out of date and has been withdrawn. The content of the review may be of historical interest to readers."

Of de onderzoekers geen tijd of zin hadden voor een nieuwe review, vermeldt het verhaal niet. Het doet er ook niet veel toe, de gematigd positieve review uit 2008 is formeel van tafel en zou dus niet meer als autoriteit geciteerd mogen worden. Een andere Cochrane review staat nog wel recht overeind: "There is no robust evidence that TT promotes healing of acute wounds."

Conclusie

Recentelijk zijn op Klopdatwel? verschillende onderzoeken naar TT besproken. Een goed opgezette studie naar het effect van TT bij borstkankerpatiënten die radiotherapie kregen vond geen effect op de ontwikkeling van dermatitis (huidschade) en zelfs geen placebo-effecten. De hier besproken, eveneens goed opgezette studie naar TT bij veel te vroeg geboren baby's vond ook geen effecten op bijvoorbeeld pijn en hartslag. Een zeer matige studie naar het effect van TT op misselijkheid als gevolg van een chemokuur is ook aan de orde gekomen. De onderzoekers vonden zogenaamd dat TT de duur van de misselijkheid significant verkortte, maar vergaten even te vermelden dat placebo-TT het weer beter deed dan echte als het ging op de frequentie van de misselijkheid. Ten slotte is een zwaar onethisch onderzoek naar de ontwikkeling van kankertumoren en uitzaaiingen bij laboratoriummuizen besproken. Het vond geen effecten op de groei van de tumoren en haalde een lelijke truc uit om wél een effect op uitzaaiingen te vinden. Een effect dat er dus niet was.

Misschien is het tijd geworden om eens te concluderen dat er wel genoeg onderzoek naar TT gedaan is. Er is genoeg tijd en geld geïnvesteerd om vast te stellen dat TT niet meer is dan een beetje extra aandacht aan patiënten besteden. Dat kun je ook prima doen zonder wonderlijke fantasieën over energievelden die ons hele functioneren zouden reguleren en met de hand gemanipuleerd en geharmoniseerd kunnen worden. En het is ook tijd voor een naamswijziging. Ergens op Internet, ik weet niet meer waar, werd terecht geconstateerd wat TT eigenlijk is: non-Therapeutic no-Touch. Laten we die naam voortaan gebruiken. Af te korten tot noTnoT.

Medische fouten doodsoorzaak nr. 3 in VS?

$
0
0

medische fout"Ruim 250.000 doden in de Verenigde Staten jaarlijks, kunnen mogelijk verklaard worden door medische fouten. Het zou na hartziekten en kanker, de derde meest voorkomende doodsoorzaak zijn." aldus een bericht van 4 mei op nu.nl. Dat lijkt schrikbarend veel en het roept natuurlijk ook de vraag op of het in onze ziekenhuizen zoveel beter gesteld is.

Het verontrustende nieuws is gebaseerd op een artikel van professor Martin A. Makary en research fellow Michael Daniel in het British Medical JournalMedical error—the third leading cause of death in the US en werd al door heel wat sites opgepikt. Een reden om wat beter te kijken naar deze vermijdbare sterfgevallen is dat ze niet voorkomen in de standaardlijst met meest voorkomende doodsoorzaken. Daardoor krijgt het werken aan oplossingen misschien wel te weinig prioriteit. De reden voor het ontbreken in die lijst is tamelijk banaal: er is geen code voor gereserveerd in de International Classification of Disease. Maar helemaal verwonderlijk is het ook weer niet, het is vaak helemaal niet makkelijk om vast te stellen of iemand is overleden door een mogelijk vermijdbare medische fout.

In hun artikel schrijven de auteurs het volgende over wat een medische fout allemaal kan zijn, het is meer dan een dokter die een verkeerde dosis voorschrijft of een chirurg die uitschiet met zijn scalpel:

Medical error has been defined as an unintended act (either of omission or commission) or one that does not achieve its intended outcome, the failure of a planned action to be completed as intended (an error of execution), the use of a wrong plan to achieve an aim (an error of planning), or a deviation from the process of care that may or may not cause harm to the patient. Patient harm from medical error can occur at the individual orsystem level.

Er zijn al eerder pogingen gedaan om een schatting te geven van het aantal vermijdbare doden door medische fouten, ook in andere landen, maar die kwamen veel lager uit dan de cijfers van Makary en Daniel. Zij gebruikten onderzoeken van na 1999, die niet meegenomen konden zijn in een veel geciteerd rapport van het Institute of Medicine dat in dat jaar tot een veel lagere schatting van 44.000-98.000 vermijdbare sterfgevallen kwam per jaar. Nog steeds een hoog aantal natuurlijk, maar toch van andere orde dan het kwart miljoen dat nu komt bovendrijven.

Hieronder in een tabel wat de vier nieuwere onderzoeken lieten zien:

tabel-doden-door-medische-fouten

Tabel 1: overzicht van de gebruikte studies en de berekening van de schatting

Het eerste onderzoek (Health Grades) is een vreemde eend in de bijt. Het is gereken aan een registratie van 20 indicatoren die met patiëntveiligheid te maken hebben (Patient Safety Indicators). Hier hebben geen medici de dossiers bekeken met het doel om vast te stellen of er bij de sterfgevallen misschien een vermijdbare medische fout is gemaakt. Men is afgegaan op een database die gevuld is met gegevens die om andere doelstellingen worden verzameld en dan moet je wel heel erg goed uitkijken met andere interpretaties. Dat valt meteen op als je ziet wat de belangrijkste medische fouten zijn die hier opduiken bij de sterfgevallen: Failure to rescue (dwz. een te laat stellen van een diagnose of inzetten van behandeling) en Death in Low Mortality Diagnostic Related Groups (onverwachte dood bij een ziekenhuisverblijf vanwege een diagnose met laag risico op overlijden). Bij de eerste categorie is het niet duidelijk of het om vermijdbare fouten gaat. Van de tweede indicator is het eigenlijk helemaal niet duidelijk waar die goed voor gebruikt kan worden. Een review uit 2010 merkt op dat deze misschien alleen geschikt is om dossiers op te zoeken die nader onderzocht moeten worden.
De auteurs van het Health Grades rapport spreken zelf  ook van overlijdens die potentially attributable zijn aan die fouten. Makary en Daniel lijken de bevindingen ook nogal slordig over te nemen in hun tabel, want ze schrijven: "A 2004 report of inpatient deaths associated with the Agency for Healthcare Quality and Research Patient Safety Indicators in the Medicare population estimated that 575 000 deaths were caused by medical error between 2000 and 2002, which is about 195 000 deaths a year"; in de tabel staat toch echt wat anders.

De andere drie onderzoeken, waarbij wel echt dossieronderzoek heeft plaatsgevonden, slaan in totaal op maar 35 sterfgevallen die mogelijk voorkomen hadden kunnen worden. Dit gebruiken voor een extrapolatie naar ruim een kwart miljoen vermijdbare sterfgevallen per jaar voor de hele Verenigde Staten lijkt mij nogal onverantwoord. En dan geven ze nog niet eens een betrouwbaarheidsinterval. Ook is de schatting voor de kans op een dergelijke misser (0,71 procent) nogal kort door de bocht berekend, ze namen gewoon het ongewogen gemiddelde van de gevonden kansen in de onderzoeken. Dat percentage is in de regel van het onderzoek van Health Grades toevallig(?) precies hetzelfde, maar we zagen al dat daar waarschijnlijk iets moet zijn misgegaan.

Maar er zijn ook al veel inhoudelijke bezwaren geuit tegen dit te simplistisch ogende cijferwerk. Zie daarvoor bijvoorbeeld de rapid responses bij het artikel. Een veel voorkomende doodsoorzaak is bijvoorbeeld longontsteking. Normaal gesproken een goed behandelbare aandoening, maar als complicatie bij een patiënt die al een verlaagde weerstand heeft vanwege een andere aandoening ligt dat anders. Als zo'n patiënt overlijdt, was het dan een vermijdbare medische fout, omdat longontsteking in beginsel te behandelen is? En de praktische vermijdbaarheid van fouten hangt ook af van de tijdsdruk waaronder beslissingen genomen moeten worden. Elk sterfgeval vergt zo nogal wat gedetailleerde analyse om tot een oordeel te komen.

Als je er wat langer over nadenkt, geeft het artikel maar irritant weinig inzicht. Om wat voor patiënten gaat het eigenlijk die zo 'vermijdbaar' overlijden? Om wat voor aandoeningen gaat het? Een van de drie studies die zijn gebruikt (Classen et al.) geeft mij de indruk dat er puur is gekeken naar correlaties en dat er geen enkele conclusie uit getrokken kan worden dat alle sterfgevallen in die studie ook voorkomen hadden kunnen worden. Die auteurs zeggen zelf ook: "our study used a broader definition of adverse events and did not require that these events either be judged preventable or lead to major disability, as in prior studies".

Het artikel in BMJ blijkt niet peer reviewed en met de onduidelijkheid over wat er nu precies geteld is in de onderliggende studies is de titel eigenlijk onverantwoord - clickbait in een serieus medisch tijdschrift? Natuurlijk is het belangrijk dat er aandacht is voor het voorkomen van medische fouten, en nog meer aandacht daarvoor is wellicht nodig. Je kunt er helaas ook vergif op innemen dat dit artikel misbruikt zal worden door aanhangers van allerhande kwakzalverij die zullen zeggen dat skeptici hun aandacht beter kunnen richten op de misstanden in de reguliere zorg dan te zeuren over hun praktijken. Of erger.

medical-error-statistics-3

Zie ook: Are there really 250,000 preventable deaths per year in US hospitals?, een blog van een chirurg via wiens Twitter-account ik oppikte dat de extrapolatie van Makary en Daniel eigenlijk berust op maar 35 gevallen.

CEASE-therapeuten op de vingers getikt

$
0
0

De Reclame Code Commissie (RCC) heeft reclame-uitingen op vijf websites van CEASE-therapeuten resoluut afgekeurd. De uitingen zijn volgens de RCC misleidend en oneerlijk. De therapeuten beweerden met hun CEASE-therapie autisme te kunnen behandelen en zelfs genezen, maar daar is geen enkel bewijs voor, zo meent ook de RCC. In drie gevallen luidde de klacht bovendien dat de uitingen zonder te rechtvaardigen reden appelleerden aan gevoelens van angst door vaccinaties als oorzaak van autisme aan te wijzen. Ook die klacht is gegrond verklaard. Ten slotte oordeelde de RCC dat in deze drie gevallen sprake is van wettelijk verboden geneesmiddelenreclame. Dat is een zeer interessant oordeel, want overtreding van de reclameregels van de Geneesmiddelenwet kan worden bestraft met een bestuurlijke boete van de Inspectie. Ronduit treurig is dat een van de aangeklaagde adverteerders een artsencentrum was. In Nederland zijn volgens de website van het CEASE-gilde nog een kleine tien artsen als CEASE-therapeut werkzaam.

reclamecodecommissielogoCEASE-therapeuten beweren dat vaccins autisme kunnen veroorzaken, en dat deze aandoening te behandelen is door de vaccins in homeopathische verdunning toe te dienen. 'Ontstoren' wordt dat dan vaak genoemd. Het is dubbele leugen. Dat vaccins geen autisme veroorzaken is inmiddels in tientallen studies met miljoenen kinderen vastgesteld. Recentelijk bijvoorbeeld nog eens in een meta-analyse met de data van meer dan 1,25 miljoen kinderen. De Nederlandse Vereniging voor Autisme spreekt terecht van een mythe die maar niet uitsterft. Dat het fabeltje blijft rondzingen is vooral de negatieve verdienste van Andrew Wakefield. Ooit een gevierde specialist, later ontmaskerd als wetenschapsfraudeur die data manipuleerde om een link tussen het BMR-vaccin en autisme te opperen. Zijn artikel in The Lancet werd ingetrokken, hijzelf werd uit zijn beroep gezet en nu is hij een paria in de medische wereld, die met beroerde documentaires zijn gelijk probeert te halen. Niet veel beter is het werk van Tinus Smits, de in 2010 overleden arts-homeopaat die het autismefabeltje overnam en CEASE-therapie bedacht. Maar die publiceerde tenminste nooit een wetenschappelijk artikel.

Dat vaccins in homeopathische (of eigenlijk isopathische) verdunning niets doen bij autistische kinderen is tamelijk evident. Toch adverteren CEASE-therapeuten graag en enthousiast en beloven ze van alles wat ze niet kunnen waarmaken. Reclame mag echter niet misleidend zijn. Dat is ze als de juistheid van de claims niet aannemelijk kan worden gemaakt. In elk van de vijf uitspraken overweegt de RCC dat "het op de weg van adverteerder [had] gelegen om aannemelijk te maken dat de CEASE Therapie de werking heeft die daaraan in de uiting wordt toegeschreven", om vervolgens te concluderen dat die werking niet aannemelijk is gemaakt. Uiteraard zijn ronkende verhalen over vermeende successen op de website van wijlen Tinus Smits daarvoor niet voldoende. Ook het argument "wij zijn dokters, klager is maar een leek" maakte niet veel indruk op de RCC.

CTDe Nederlandse Reclame Code verbiedt het zonder te rechtvaardigen reden appelleren aan gevoelens van angst. Anders gezegd: je mag niet zonder goede grond mensen bang maken teneinde je product te verkopen. Mensen aanpraten dat vaccins autisme veroorzaken om CEASE-therapie aan de man te brengen bij ouders van autistische kinderen mag dan ook niet, zo oordeelt de RCC in de drie zaken waarin daarover geklaagd was. Een zin als "In de praktijk blijkt dat autisme en andere moderne ziektes een stapeling van verschillende oorzaken zijn, waarvan bij zo'n 70-80% vaccinaties mede verantwoordelijk zijn, bij 80-90% zijn ook toxische medicijnen en andere stoffen betrokken en bij ongeveer 5% zijn ook nog doorgemaakte ziektes betrokken" kon dus niet door de beugel, ook niet voor wat betreft het gedeelte over de 'toxische medicijnen'. Sommige CEASE-therapeuten wijzen zelfs aspartaam en neusspray als mogelijke oorzaak van autisme aan.

Blijkens de uitspraken hebben de aangeklaagde CEASE-therapeuten wel geprobeerd een verband tussen vaccinaties en autisme aannemelijk te maken. Niet aan de hand van wetenschappelijke onderzoeken natuurlijk, want die ontkrachten dat verband volledig. Wel aan de hand van een reeks andere weinig overtuigende argumenten. Zo zou een Italiaanse rechter hebben geoordeeld dat een link tussen vaccinatie en autisme in een bepaalde casus aannemelijk was. Dat klopt, maar de adverteerder vergat erbij te vermelden dat die belachelijke uitspraak in hoger beroep is vernietigd. Ook het argument dat in de Verenigde Staten in het kader van het National Vaccine Injury Compensation (NVIC) Program miljoenen zijn uitgekeerd aan twee kinderen met autisme werd gemakkelijk onderuit gehaald. Steven Novella legt hier uit hoe het wél zit.

Het meest curieus was wel een warrig betoog over oxidatieve stress als gevolg van o.a. vaccinaties, waardoor de hersenen zouden worden aangetast. Ter ondersteuning van het betoog werd een beroep gedaan op dit onderzoek, waarbij de adverteerder kennelijk niet alleen niet doorhad dat het niet over autisme ging, maar ook niet dat het een studie betrof naar regenboogforellen die werden gevaccineerd tegen steenpuisten. Bij het vaccineren van vissen moet je niet denken aan een injectie: er wordt gewoon een goedje in het water gegooid dat de vissen dan via bijvoorbeeld de kieuwen binnenkrijgen. Om dit om te zetten naar de mensenwereld moet je denken aan de situatie dat op het consultatiebureau een grote tank staat waarin een vaccin ronddrijft en waarin de kinderen worden ondergedompeld totdat ze genoeg antigenen hebben binnengekregen. Of aan het vernevelen van een vaccin in een lokaal van een peuterspeelzaal. Allemaal volstrekt onrealistisch dus.

Tot slot iets over de Geneesmiddelenwet. Iets is al een geneesmiddel in de zin van de wet als het wordt gepresenteerd als zijnde geschikt voor het genezen of voorkomen van een ziekte, gebrek, wond of pijn bij de mens. Reclame voor niet-geregistreerde geneesmiddelen is verboden. Het behoeft geen betoog dat de bij de CEASE-therapie gebruikte middelen niet geregistreerd zijn. Het aanprijzen van respectievelijk "de toxische (giftige) stoffen als homeopathisch geneesmiddel", "verschillende homeopathisch verdunde en gepotentieerde stoffen" en "de homeopathische variant van de verstorende stof" als middelen voor de behandeling van autisme was dan ook niet toegestaan, zo oordeelde de RCC. Daarvoor is dus niet vereist dat het middel ook een naam heeft. Op overtreding van het reclameverbod staat een bestuurlijke boete van maximaal 450.000 euro. Zo'n vaart zal het wel niet lopen, maar duidelijk is wel dat CEASE-therapeuten iets meer doen dan 'gewoon' oneerlijke reclame maken: ze overtreden ook de Geneesmiddelenwet.

Overzicht uitspraken:

- Dossier 2016/00135;
- Dossier 2016/00157;
- Dossier 2016/00158;
- Dossier 2016/00161;
- Dossier 2016/00202.

De Britse evenknie van de Reclame Code Commissie, de Advertising Standards Authority (ASA), verklaarde al op 22 juli 2015 een klacht over reclame voor CEASE-therapie volledig gegrond. Een reclame waarin een verband tussen vaccinaties en autisme werd gelegd werd al in 2012 afgekeurd door de ASA.

Viewing all 179 articles
Browse latest View live